Verder naar inhoud

Schade aan gebouwen en objecten

Als er speciale deskundigheid nodig is

Soms is er ook bij een schade-opname een bepaalde deskundigheid nodig. Bijvoorbeeld omdat het om een monument gaat met een bijzondere steensoort. Of omdat het gaat om een agrarisch bedrijf of ander bedrijfspand. Er komt dan een schade-opnemer langs die de juiste kennis en ervaring heeft.

In het kort

  • Bij monumenten en kerken, voor speciale materialen of specifieke bouwwerkzaamheden.
  • Bij agrarische bedrijven, voor het verplaatsen van vee.
  • Bij bedrijven en instellingen, voor bedrijfspanden met variaties in omvang en gebruik.

Monumenten en kerken

Bij erfgoedpanden zoals monumenten en kerken is er vaak specialistische kennis. Er gelden specifieke regels voor bouwwerkzaamheden aan rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten. Bij erfgoedpanden, zoals ook in geval van beschermde stads- en dorpsgezichten, komt daarom een specifieke deskundige langs voor de schade-opname. Per situatie wordt afgewogen wat het niveau van de deskundige moet zijn op dit gebied.

Agrarische bedrijven

Bij agrarische bedrijven kan er sprake zijn van specifieke schade, zoals aan gewassen. In geval van herstelwerkzaamheden aan een schuur ontstaat bijvoorbeeld specifieke materiële gevolgschade, zoals omzetderving of extra kosten voor opslag van oogst en verplaatsing van dieren. Omdat hier specialistische kennis voor nodig is, wordt vaak een onafhankelijke deskundige ingezet voor de schade-opname. Er is daarnaast altijd een deskundige die het advies uitbrengt over schadeoorzaak en schadeomvang. Bij agrarische bedrijven wordt er, in overleg met u als eigenaar, ook voor gekozen om alleen die schade op te nemen die u belangrijk vindt. De panden zijn vaak zo omvangrijk dat alle schade opnemen zoals bij een woning gebeurt te veel van uw en onze tijd kost.

Bedrijven en instellingen

De schade aan bedrijfspanden kent veel variaties. Zo kan het gaan om woonhuizen waarin een bedrijf aan huis is gevestigd. Schadeherstel kan er bijvoorbeeld leiden tot omzetderving. Maar het kan ook een bedrijfsverzamelgebouw zijn met een enkele eigenaar of meerdere. Ook bij schade aan bijvoorbeeld panden van zorg- en onderwijsinstellingen zijn er bijzondere omstandigheden, zoals de zorg voor kwetsbaren mensen, maar ook de omvangrijke omvang van panden. Al deze omstandigheden brengen vaak mee dat er een schade-opname door een onafhankelijke deskundige nodig is.

Schade aan mestkelders

Voor agrarische ondernemers die een mestkelder in gebruik hebben, heeft het IMG een speciale aanpak ontwikkeld. Een belangrijke basis daarvoor vormt een advies van een panel van deskundigen voor mestkelders.

Toelichting

Het IMG (en voorganger TCMG) handelen sinds 19 maart 2018 de schade af ontstaan door bodembeweging als gevolg van gaswinning in het Groningenveld en de gasopslag Norg. Daar horen ook de schademeldingen bij die nog bij het CVW werden ingediend vanaf 31 maart 2017. Het IMG verwacht dat er voor zo’n 500 mestkelders een schademelding wordt gedaan.

In de periode vóór het ontstaan van de TCMG en het IMG werd een mestkelderprotocol gehanteerd. Belangrijk verschil met de situatie toen is dat het IMG het wettelijk bewijsvermoeden structureel een plek geeft binnen de schadeafhandeling waar het gaat om het beoordelen van causaal verband tussen de bodembeweging en de schade.

Advies over mestkelders

Mestkelders zijn vanzelfsprekend qua constructie afwijkend van een woning. Dat maakt het beoordelen van het causaal verband ook anders. Hetzelfde geldt voor het bepalen van de omvang van de schade. Bij een agrarisch bedrijf is er mogelijk niet alleen schade aan de mestkelder zelf, maar ook gevolgschade door instroom van grondwater in de kelder waarmee het mestvolume verandert.

Het IMG heeft daarom een panel van deskundigen gevraagd te adviseren over het beoordelen van de schadeoorzaak en de schadeomvang. Het panel van deskundigen onder leiding van prof. mr. N.S.J. Koeman heeft het definitieve advies op 11 september 2020 opgeleverd. Verschillende belangenorganisaties zijn in de gelegenheid gesteld om te reageren op het paneladvies. Het IMG heeft besloten het paneladvies over te nemen en als goede basis dient voor de behandeling. De reacties van de verschillende belangenorganisaties zijn in de besluitvorming meegenomen. Daarnaast hebben TNO en TU Delft gezamenlijk een advies uitgebracht over de kans op schade aan gebouwen door diepe bodemdaling en -stijging. Tot slot heeft adviesbureau Hageman op aanvraag van het IMG-bestuur advies gegeven over putcorrosie en constructieve veiligheid van mestkelders.

Het paneladvies

Het panel van deskundigen heeft onder meer geadviseerd over het effectgebied waarbinnen het bewijsvermoeden van toepassing is bij schade aan mestkelders, de manier waarop schade aan mestkelders wordt vastgesteld en de manier waarop de omvang van de schadevergoeding wordt bepaald.

Effectgebied

Het effectgebied voor het toepassen van het bewijsvermoeden dat door het paneladvies is geadviseerd is hierbij belangrijk. Het IMG heeft op basis van het paneladvies de grenswaarde voor de opgetreden trillingssnelheid vastgesteld op 10 mm/s (met een overschrijdingskans van 1%). Indien op een locatie van een mestkelder een bodemtrilling door een aardbeving is opgetreden van ten minste 10 mm/s, valt deze aanvraag binnen het effectgebied.

Bewijsvermoeden

Het IMG hanteert hierbij het bewijsvermoeden als uitgangspunt, waardoor wordt aangenomen dat schade aan mestkelders in het effectgebied veroorzaakt is door mijnbouwactiviteiten. Overige bodembewegingen die schade kunnen veroorzaken, zoals veenoxidatie en waterpeilschommelingen worden buiten beschouwing gelaten. Het IMG zal dan ook een deskundige benoemen om onderzoek te doen naar de schade aan de mestkelder.

Indien op een locatie van een mestkelder echter geen bodemtrilling door een aardbeving is opgetreden van ten minste 10 mm/s (met een overschrijdingskans van 1%), valt deze aanvraag buiten het effectgebied. Dit betekent dat het IMG de aanvraag zal gaan afwijzen. Er wordt geen deskundige benoemd om een onderzoek uit te voeren.

Het onderzoek

Een visuele opname van de (mogelijke) fysieke schade aan een mestkelder is niet mogelijk. Daarom heeft het panel geadviseerd om op een andere manier de schade vast te stellen. Doordat er sprake kan zijn van scheuren in de mestkelder die instroom van grondwater veroorzaken, is de aanvrager geconfronteerd met meer mest in de mestkelder.

Het kan zijn dat de aanvrager daardoor vaker zijn mestkelder zal moeten leegmaken dan normaal. Eerder werd aan de hand van de mestboekhouding bekeken of er een onverklaarbare instroom van grondwater in de mestkelder is, die te relateren is aan een relevante aardbeving. Helaas zijn mestboekhoudingen vaak niet voor handen. Daarom laten we onafhankelijke deskundigen een inschatting maken of er sprake is van schade. Dit doen zij op basis van beschikbare gegevens en hun eigen ervaring en expertise.

Voor de hoogte van de schadevergoeding is het uitgangspunt dat de aanvrager wordt gecompenseerd voor het (vaker) leegmaken van de mestkelder. Deze kosten, de bedrijfsschade, worden vergoed tot het einde van de levensduur van de mestkelder.