Verder naar inhoud

Schade aan gebouwen en objecten

Schade beoordelen

Het IMG besluit overeenkomstig het civiel- en aansprakelijkheidsrecht over aanvragen tot schadevergoeding. Anders dan bijvoorbeeld een procedure bij de rechtbank, speelt de veroorzaker, de NAM, in de schadeprocedure bij het IMG geen enkele rol. Het is aan het IMG om onafhankelijk en rechtvaardig te besluiten over individuele aanvragen. Om dat te kunnen doen is een onafhankelijke beoordeling van de schade nodig wanneer er sprake is van een maatwerk afhandeling van de aanvraag tot vergoeding van fysieke schade.

Beoordeling en bestuurs(proces)recht

De wijze waarop het IMG de maatwerk procedure voor schadeafhandeling heeft ingericht is overeenkomstig het bestuurs(proces)recht. Onderdeel daarvan is dat u als schademelder meermaals in de procedure de gelegenheid krijgt te reageren. Aangezien de onafhankelijke beoordeling van de schade een van de kernonderdelen van de maatwerk procedure vormt, is uw reactie op die beoordeling belangrijk. Het is dan goed om te weten welke onderwerpen een rol spelen. Er zijn onder meer twee belangrijke vragen die over de schade beantwoord moeten worden:

  1. Hoe is de schade ontstaan (causaal verband)? Bij deze vraag is de toepassing van het wettelijke bewijsvermoeden belangrijk.
  2. Wat is de schade-omvang (schadecalculatie)? Bij deze vraag is de wijze waarop het IMG de schade laat calculeren belangrijk.

De externe, onafhankelijke deskundige

Voor het beantwoorden van deze vragen laat het IMG, net als een rechter dat doet, zich adviseren door onafhankelijke deskundigen. Het advies van de deskundigen is er ook voor u. Op de persoon van de deskundige en op het advies kunt u een reactie geven in de procedure. Als u het uiteindelijk niet eens bent met het besluit dat volgt, kunt u in bezwaar. Het IMG kan u in die procedure een andere onafhankelijke deskundige toewijzen om opnieuw te adviseren over bovengenoemde vragen.

Beoordeling bodembeweging

De onafhankelijke deskundige moet met inachtneming van het wettelijk bewijsvermoeden het IMG adviseren. Hem wordt gevraagd te beoordelen of mag worden aangenomen dat de schade is veroorzaakt door bodembeweging door gaswinning in het Groningenveld of de gasopslag Norg en Grijpskerk of door een andere oorzaak. De deskundige doet dit met behulp van een schema.

Wat is bodembeweging?

Technisch gezien is de beoordeling van mijnbouwschade soms complex. Aan de schade zelf, het soort scheur in een muur bijvoorbeeld, is niet altijd af te leiden wat de oorzaak is geweest. De bodem kan bewegen door een aardbeving die ontstaat in de diepe bodem, op 3.000 meter diepte waar gas wordt gewonnen of opgeslagen. Dit veroorzaakt trillingen. Hoe sterker de trillingen, hoe meer schade. De bodem kan op die diepte ook dalen. En door gasopslag ook weer stijgen. Gebouwen kunnen daardoor op het maaiveld zakken en dalen. Meer weten over aardbevingen? Het KNMI biedt een uitgebreide toelichting op het ontstaan van aardbevingen door gaswinning. Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) beschrijft hoe bodemdaling kan ontstaan.

Veranderingen in de bodem

De trillingen en bodemdaling en -stijging kunnen ook invloed hebben op de bodemgesteldheid. Trillingen kunnen bijvoorbeeld zorgen dat zandkorrels ‘verdichten’, dichter op elkaar gaan zitten. Als dat gebeurt kan er zettingsschade ontstaan. Het IMG beschikt zelf niet over de kennis om dit alles te beoordelen en vraagt externe deskundigen die specialistische kennis en expertise hebben op dit terrein hem daarover te adviseren. Lees meer over de beoordeling van zettingsschade.

Beoordeling in de praktijk

Het IMG vraagt om specifiek advies van de deskundige. Om dat advies te kunnen uitbrengen, wordt doorgaans een schade-opname uitgevoerd door een opnemer. Lees meer over de speciale deskundigheid.

Richtlijn bij het beoordelen van mijnbouwschade

Een onafhankelijke deskundige beoordeelt de schade die wordt gemeld in een aanvraag. Maar hoe wordt bepaald welke schades wel vergoed worden en welke niet? En welke schades zijn zeker geen mijnbouwschade?

Met behulp van het schema met het beoordelingskader kunt u grotendeels nagaan of u wellicht in aanmerking komt voor schadevergoeding. Startpunt hiervoor is het bewijsvermoeden. Dit geldt als uw gebouw in het effectgebied ligt. Dan is de trillingssnelheid bij uw gebouw 2 millimeter per seconde of meer geweest. Bij een bijzonder kwetsbaar object geldt een lagere minimale trillingsnelheid (1,6 millimeter per seconde).

De deskundigen gebruiken dit schema als richtlijn voor de beoordeling van uw schades. De deskundige krijgt geen instructies vanuit IMG over de beoordeling. De deskundige is dan ook vrij om af te wijken van dit schema, als hij daar aanleiding toe ziet.

Zeker geen mijnbouwschade

Er zijn ook schades waarvan duidelijk is dat deze naar hun aard redelijkerwijs geen mijnbouwschade kunnen zijn en dus een andere oorzaak hebben. Ook kunnen deze schades niet door mijnbouw verergerd zijn. Bekijk een lijst van deze schades. Op de bijgevoegde foto’s staan voorbeelden, zodat u dergelijke schade makkelijker kunt herkennen.

Het gaat dan bijvoorbeeld om schades als verkleuring, vlekvorming, het afbladderen van verfwerk en het loslaten/onthechten van verf of kitwerk. Voor deze typen schades geldt het wettelijk bewijsvermoeden niet.

De lijst is niet volledig, maar bevat schades die de deskundigen vaak tegenkomen bij opnames. De lijst kan worden aangevuld met nieuwe voorbeelden.

  • Welke schade wordt als zettingsschade gezien?

    Zettingsschade aan een pand wordt veroorzaakt door verandering in de ondiepe bodem die ervoor zorgt dat een deel van een gebouw meer zakt dan een ander deel. Typisch aan een zettingsschade is dat de fundering is aangetast. De zettingsschade valt echter vaak op door scheuren in muren bovengronds, waarna bij nader onderzoek ook schade aan fundering kan worden vastgesteld. De wijze waarop de bovengrondse scheuren eruit zien (eventueel in combinatie met schade aan de fundering), maakt een schade herkenbaar als zettingsschade.

  • Is zetting of zakking geen schade die pas op langere termijn optreedt? Of komt dit ook voor bij huizen die er minder dan tien jaar staan?

    Zetting en zakking is een langzaam proces, dat afhankelijk is van de bodem en gebouw. Er kunnen echter ook op korte termijn schades ontstaan. Bij jongere woningen (al vanaf ongeveer 1975) is de fundering zo verbeterd dat zetting en zakking eigenlijk niet optreden.