Verder naar inhoud

Immateriële schadevergoeding

Bouwstenen

Met de gegevens van de vier bouwstenen kunnen we vaststellen of er sprake is van een persoonsaantasting en daarmee of u een vergoeding krijgt.

We kijken hierbij naar de locatie, de veiligheid, de omvang van de schade en doorlooptijd.

Bouwsteen 1: de locatie

Inwoners van Groningen en Drenthe kunnen in meer of mindere mate te maken hebben (gehad) met de aardbevingen en de gevolgen ervan op hun dagelijks leven. Toch zijn de gevolgen van de aardbevingen niet voor iedereen gelijk of onderling met elkaar te vergelijken. Want de kans op schade door één of meerdere aardbevingen is groter bij een woning die dichter bij het epicentrum staat, dan wanneer diezelfde woning aan de rand van het gebied staat. Ook weten we uit onderzoek dat hoe dichter mensen in de buurt van het epicentrum van een aardbeving wonen, hoe groter de kans is op het ervaren van stress en hoe groter de kans is op het hebben van zorgen en angst over de veiligheid.

Als men op een plek woont of woonde waar regelmatig aardbevingen waren, kan dat dus grote gevolgen hebben op het dagelijks leven. De gevolgen ervan kunnen ook merkbaar zijn bij mensen in de omgeving. En mogelijk spelen deze gebeurtenissen nog steeds een rol in het leven. Deze ervaringen kunnen geleid hebben tot stress en zorgen. Maar ook angst voor een volgende beving heeft mogelijk invloed op hoe iemand zich voelt.

Daarom kijken we naar de plek waar iemand woont of heeft gewoond, vanaf de beving in Huizinge op 16 augustus 2012. We gaan ervan uit dat de invloed van bevingen groter was als iemand dichter bij de epicentra van bevingen woonde. ‘De locatie’ vormt hiermee een eerste indicatie voor de mate waarin iemand in de persoonlijke levenssfeer is aangetast door de bevingen.

Bouwsteen 2: veiligheid

De gevolgen van de aardbevingen kunnen voor gevoelens van onveiligheid hebben gezorgd. Misschien moest een woning versterkt worden door de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) of heeft iemand daarover lange tijd in onzekerheid gezeten. Misschien is er een acuut onveilige situatie (AOS) door de mijnbouwschade vastgesteld en moesten er tijdelijke maatregelen genomen worden om directe veiligheidsrisico’s weg te nemen. Soms moest men zelfs (tijdelijk) verhuizen omdat de woning versterkt moest worden. Mogelijk met heimwee naar de oude omgeving en huis, of moeite om in een nieuwe woning te aarden als gevolg. Dergelijke situaties kunnen erg ingrijpen op het dagelijks leven. Zorgen over de veiligheid kunnen hebben geleid tot gevoelens van angst, stress en onzekerheid.

Bewoners die te maken hebben (gehad) met sloop/nieuwbouw van hun woning, of te maken hebben (gehad) met versterkingsmaatregelen omdat hun woning als onveilig is beoordeeld, hebben recht op de hoogste vergoeding voor immateriële schade van € 5.000.

Er is sprake van een acuut onveilige situatie als:

  • er kort na de inspectie tijdelijke maatregelen zijn genomen om een direct veiligheidsrisico weg te nemen;
  • als die veiligheidsrisico’s, waarvoor de maatregelen nodig waren, ontstaan zijn door mijnbouwschade

In het verleden heeft de NAM zogenoemde PRBE-/HRBE-projecten uitgevoerd. Dit hield in dat Potentieel Risicovolle Bouw Elementen (PRBE) of Hoog Risico Bouw Elementen (HRBE) van woningen werden verwijderd, vervangen of versterkt, om zo uit voorzorg (potentiële) risico’s weg te nemen. Denk bijvoorbeeld aan een schoorsteen, een dakkapel of gevelmetselwerk.

Heeft u te maken gehad met een PRBE-/HRBE-project aan uw woning in de periode dat u daar ook woonde? Dan kunt u dit in het aanvraagportaal aangeven. U geeft dan aan dat u te maken heeft gehad met (versterkings)maatregelen aan uw woning. Dit geeft u aan bij bouwsteen 2. U krijgt dan de vraag ‘Heeft u te maken gehad met de NCG of een andere instantie voor versterkingsmaatregelen? U klikt dan de derde ja aan. Dat is “Ja, mijn woning moest versterkt worden, maar het is nog niet duidelijk hoe.”

U moet ons dan een document toesturen waaruit dit blijkt. Bijvoorbeeld een rapport van een deskundige waaruit blijkt dat er PRBE-/HRBE-maatregelen aan uw woning genomen moesten worden.

Waar vul ik sloop/nieuwbouw in?

Als u te maken heeft (gehad) met sloop/nieuwbouw of als u een advies heeft (gehad) waarin staat dat u (tijdelijk) moe(s)t verhuizen, dan vult u dat in bij de bouwsteen veiligheid. U kruist dan de laatste optie aan: ja mijn woning kan/kon naar het oordeel van de NCG (of een andere instantie) tijdelijk niet meer bewoond worden of is onbewoonbaar verklaard.

Dat is belangrijk bij de beoordeling van uw aanvraag, omdat dit in deze bouwsteen de sterkste aanwijzing is voor een persoonsaantasting.

U kruist dus niet de tweede optie aan: ja maar er moet nog worden onderzocht of mijn woning versterkt moet worden.

Advies om tijdelijk te verhuizen?

Als u te maken heeft (gehad) met sloop/nieuwbouw of als u een advies heeft (gehad) waarin staat dat u (tijdelijk) moe(s)t verhuizen, dan vult u dat in bij de bouwsteen veiligheid. U kruist dan de laatste optie aan: ja mijn woning kan/kon naar het oordeel van de NCG (of een andere instantie) tijdelijk niet meer bewoond worden of is onbewoonbaar verklaard.

Dat is belangrijk bij de beoordeling van uw aanvraag, omdat dit in deze bouwsteen de sterkste aanwijzing is voor een persoonsaantasting.

U kruist dus niet de tweede optie aan: ja maar er moet nog worden onderzocht of mijn woning versterkt moet worden.

Bouwsteen 3: omvang schade

Als door de aardbevingen schade aan een woning is ontstaan, is dat een concrete aantasting van de persoonlijke levenssfeer met vervelende gevolgen. Hiervoor moesten misschien dingen geregeld worden. Mogelijk kwamen er deskundigen langs en heeft u hun bezoek ervaren als een inbreuk op uw privacy. Ook was het van tevoren misschien niet zeker of alle schade vergoed zou worden.

Ook kan de omvang van de schade invloed hebben gehad op het woonplezier. Daarnaast weten we dat mensen die meervoudige schade aan hun woning hebben door de aardbevingen zich psychisch minder gezond voelen dan mensen die minder of geen schade hebben.

Daarom kijken we naar de totale schadevergoeding die is uitgekeerd voor mijnbouwschade. We nemen alle uitgekeerde vergoedingen voor fysieke schade, op de adressen waarop iemand tijdens de afhandeling van die fysieke schade woonde mee. Daarbij gaan we ervan uit dat hoe groter de schade was, hoe meer invloed dat had op het dagelijks leven.

We kijken naar alle schade die is vergoed vanaf 16 augustus 2012. Zijn er sinds 16 augustus 2012 meerdere schadevergoedingen ontvangen? Dan tellen we alle vergoedingen bij elkaar op.

We kijken ook naar (mede-)eigenaarschap van de woning. Omdat schade aan iemands eigendom extra financiële spanningen of risico’s kan veroorzaken. Op deze pagina kunt u hier meer over lezen.

Als u nog een lopende schademelding heeft, dan kunt u:

  • De beslissing op uw lopende schademelding afwachten en dient deze aanvraag voor vergoeding van immateriële schade daarna in. Dan wegen we die schademelding ook mee.
  • De aanvraag voor vergoeding van immateriële schade nu indienen. Dan wegen we de lopende schademelding niet mee. In het najaar kunt u (als er sprake van nieuwe omstandigheden) een vervolgaanvraag voor vergoeding van immateriële schade indienen. 


Stuwmeerregeling en vaste vergoeding

De stuwmeerregeling betrof, evenals de forfaitaire vergoeding vanuit de recent ingevoerde keuze voor schadeafhandeling via een vaste vergoeding, een erkenning van mijnbouwschade met de omvang van circa € 4.000 voor fysieke schade. Het weegt ook mee in de beoordeling van immateriële schade.

Bouwsteen 4: doorlooptijd

Om schade vergoed te krijgen, is de schade gemeld bij een instantie. Bij instanties (CVW, NCG), ook bij ons, duurde het soms erg lang voordat er een uiteindelijke beslissing kwam. Als iemand lang heeft moeten wachten, kan dat tot frustratie, teleurstelling, verdriet en woede hebben geleid. Ook kan men hierdoor langdurige stress hebben ervaren. Ook zijn tijdens het wachten misschien werkzaamheden aan de woning uitgesteld.

Soms gaat iemand na de beslissing in bezwaar om de zaak nog eens te laten bekijken. Bij alle meldingen was men daarbij afhankelijk van andere instanties om te bepalen of schade vergoed werd. Dat kan een gevoel van onmacht hebben gegeven.

Daarom kijken we naar de doorlooptijd. Hoe langer de afhandeling van de schade heeft geduurd, hoe groter de mogelijke invloed van de doorlooptijd kan zijn op het dagelijks leven. Heeft iemand meerdere schadevergoedingen ontvangen? Dan kijken we naar de totale doorlooptijd. Ook kijken we of men op het betreffende adres woonde tijdens deze periode. Als u geen eigenaar bent van een woning telt de doorlooptijd niet mee. Op deze pagina kunt u hierover meer lezen.

Overzicht bouwstenen