Verder naar inhoud
Terug naar overzicht

Analyse: verschillen adviesrapporten moeilijk te herleiden

122.jpg

Het IMG maakte onlangs bekend de afhandeling van circa 1.500 schademeldingen tijdelijk stil te hebben gelegd vanwege onverklaarbare verschillen tussen de adviesrapporten over schademeldingen. Er is inmiddels een eerste verkennende analyse op basis van 23.000 adviesrapporten opgeleverd. Deze verkenning wijst uit dat de verschillen vooralsnog moeilijk te herleiden blijken.

Factoren zijn onderzocht

Bij de data-analyse onder de adviesrapporten is gekeken in hoeverre de trillingssterkte op de locatie van de woning, het bouwjaar van de woning, het woonoppervlak, het type woning (vrijstaand, rijtjeshuis, etc.), moment van schade-opname en het aanwijzen van een deskundige van een van de vier expertisebureaus van invloed zijn op de omvang van de totale geadviseerde schadevergoeding. Of anders gezegd: kunnen deze factoren inzicht bieden in de verschillen of het ontbreken ervan?

Uitkomst: bijna driekwart van de verschillen zijn niet te verklaren

Bijna driekwart van de verschillen blijft onverklaard. Hooguit een paar procent van de verschillen tussen adviesrapporten is te herleiden naar de omvang van de woning en het type woning. De analyse roept de vraag op of bij een klein deel van de rapporten (20%) de verschillen in de beoordeling van causaal verband mede kunnen worden herleid en verklaard door het expertisebureau waarvan de deskundige afkomstig is. Het is echter nog te vroeg om een dergelijke aanname te doen. Voor het IMG was het wel een reden om hierover met de expertisebureaus in gesprek te gaan, waarbij verschillende aspecten, waaronder de beoordelingsmethodiek, nader onder de loep worden genomen.

Hoge vergoeding ver weg van epicentra

De analyse laat zien dat er adviesrapporten zijn voor woningen op ruim 35 kilometer afstand van de epicentra van de zwaarste bevingen waarin tienduizenden euro’s schadevergoeding wordt toegekend. Tegelijkertijd zijn er woningen dicht bij de epicentra waar schadevergoeding van enkele honderden euro’s worden geadviseerd en toegekend. De woningen zijn daarbij van vergelijkbare omvang en type. Aangezien deze grote verschillen overal voorkomen, is de gemiddelde schadevergoeding over het hele gebied wel vergelijkbaar: € 9.000 tot € 10.000.

Gemiddeld dezelfde vergoeding

Juist het ontbreken van verschillen in de gemiddelde vergoeding roept vragen op. Zo is het logisch om te verwachten dat dicht bij de epicentra van bevingen (waar de bodem harder trilt en de schadekans veel groter is) meer schades worden vastgesteld en dat schadevergoedingen hoger zijn. Dit blijkt echter niet het geval. Daarbij komt ook dat er veel meer schademeldingen binnenkomen uit gebieden verder weg van de epicentra.

Woningkenmerken zeggen iets, maar niet veel

Er worden in enige mate meer schades vastgesteld in grotere en oudere woningen. De schades worden niet vaker als mijnbouwschade beoordeeld. Wel wordt voor een vrijstaande woning en een twee-onder-een-kapper een gemiddeld hoger schadebedrag per schade berekend. Het gaat hier om gemiddelden, de spreiding in deze uitgekeerde schadebedragen is erg groot.

Verschillen door de tijd heen

Door de tijd heen verschilt de mate waarin een schade als mijnbouwschade is beoordeeld, zo toont de verkenning aan. Het gemiddelde wordt beïnvloed door enerzijds het aantal adviezen per expertisebureau en de mate waarin dat expertisebureau oordeelt dat er sprake is van causale schades.

Vier expertisebureaus, 550 deskundigen

Er zijn vier verschillende expertisebureaus die in opdracht van het IMG worden ingezet om te adviseren over de vraag of er sprake is van mijnbouwschade en zo ja, wat de herstelkosten bedragen. Gezamenlijk leveren zij 550 onafhankelijke deskundigen.

Besluit in samenhang

Het IMG zag zich gesteld voor enkele belangrijke vraagstukken waarover het onlangs een besluit genomen heeft. Nieuwe technische inzichten (rond zettingsschade, schade door diepe bodemdaling en schade aan mestkelders) hebben een plaats gekregen  in een geactualiseerd beoordelingskader. Het beoordelingskader biedt geactualiseerde, praktische handvatten voor zowel de toepassing van het wettelijk bewijsvermoeden als voor de toepassing van de hiervoor genoemde recente inzichten. Deze en andere maatregelen moeten er toe leiden dat de geconstateerde verschillen verder afnemen.

De analyse is hier in pdf te downloaden