Verder naar inhoud
Terug naar overzicht

Advies klaar over indirecte effecten diepe bodemdaling

644.jpg

De gaswinning in het Groningenveld en de gasopslag in Norg zorgen voor diepe bodemdaling- en stijging die invloed heeft op het grond- en oppervlaktewatersysteem. En dat kan weer leiden tot zetting- en verzakkingschade. Er zijn nu 12 kleinere deelgebieden bekend waar daar sprake van kan zijn. Dat blijkt uit onderzoek van kennisinstituut Deltares dat vandaag is gepubliceerd.

Bewijsvermoeden van toepassing

Het IMG heeft naar aanleiding van dit advies besloten dat in de gebieden waar de effecten van diepe bodemdaling- en stijging indirect tot deze schade kunnen leiden het wettelijk bewijsvermoeden van toepassing is, ook al kunnen aardbevingen op die plekken geen invloed meer hebben gehad. Voorwaarde is daarbij dat het om zettings- en verzakkingsschade gaat die door de betreffende indirecte effecten zou kunnen worden veroorzaakt.

300 van de 1.800

Bij bijna 1.800 schademelders was twijfel ontstaan over de mogelijkheid van mijnbouwschade. Hun woningen zijn gelegen buiten het gebied waar bevingen nog schade kunnen veroorzaken. Maar ze lagen wel in een gebied waar eventuele invloed van diepe bodemdaling niet kon worden uitgesloten. Naar nu blijkt zijn er in dat gebied 12 kleinere deelgebieden waar diepe bodemdaling indirect tot schade kan leiden. Bij bijna 300 van de 1.800 schademeldingen ligt het adres in die 12 deelgebieden.

gebieden mogelijke schade indirecte effecten diepe bodemdaling bij interessegebied Norg

Gebieden (roodomrand) met mogelijke schade door indirecte effecten van diepe bodemdaling ten zuidwesten van het Groningenveld en de gasopslag Norg. De blauwe lijn toont van linksboven naar rechtsonder aan de bovenzijde de grens van het effectgebied van de beving van Huizinge en daaronder de oorspronkelijke grens van het effectgebied van diepe bodemdaling

Effectgebied indirecte effecten diepe bodemdaling bij Groningenveld

Gebieden (roodomrand en geel) met mogelijke schade door indirecte effecten van diepe bodemdaling ten zuidoosten van het Groningenveld. De blauwe lijn toont van linksonder naar rechtsboven aan de bovenzijde de grens van het effectgebied van de beving van Huizinge en daaronder de oorspronkelijke grens van het effectgebied van diepe bodemdaling

Indirect effect via waterpeil

Eerder werd al door kennisinstituten TNO en TU Delft vastgesteld dat diepe bodemdaling- en stijging niet direct tot schade leidt. Vervolgens werd Deltares door het IMG gevraagd op welke wijze en op welke locaties diepe bodemdaling dan indirect nog wel tot schade zou kunnen leiden. Volgens Deltares kan er alleen schade ontstaan via de invloed op grondwater en oppervlaktewater, waardoor panden kunnen verzakken en er spanning kan ontstaan op bepaalde type funderingen. Andere indirecte effecten zijn uitgesloten in de onderzochte deelgebieden.

Kleine deelgebieden

Het huidige onderzoek is gedaan in het gebied waar de invloed van bevingen was uitgesloten. Het betrof twee gebieden (zie het kaartje met de nummers 1 en 2). Gebied 1 ligt zuidwestelijk van het Groningenveld, nabij de gasopslag Norg. Gebied 2 ligt zuidoostelijk van het Groningenveld. Het bewijsvermoeden was tot 1 september 2020 (het moment waarop de schadeafhandeling werd stilgezet daar) in het hele gebied van toepassing vanwege de mogelijke gevolgen van diepe bodemdaling. Nu er 12 kleinere deelgebieden binnen gebied 1 en 2 zijn aangewezen is het bewijsvermoeden ook voor diepe bodemdaling nog van toepassing, maar dus wel voor een kleiner deel van het gebied.

effectgebieden bodemdaling en trillingen Huizinge 2012

De rode lijn toont de grens van het effectgebied van de beving van Huizing van 16 augustus 2012. Het lichtgroene gebied toont de grens van het effectgebied van diepe bodemdaling zoals dat vanaf januari 2019 tot september 2020 werd gehanteerd. In gebieden 1 en 2 zijn aanvragen on hold gezet vanwege twijfel over de kans op schade door diepe bodemdaling.

Effect beide bodembewegingen

Zoals op de kaartjes is zien, lopen deze nieuwe geïdentificeerde effectgebieden tot in het gebied waar ook de bevingen tot schade kunnen leiden. IMG zal Deltares vragen nu ook voor het hele effectgebied van bevingen na te gaan waar er ook schade zou kunnen zijn ontstaan door de indirecte effecten van diepe bodemdaling. Er zullen hoe dan ook situaties zijn waar beide type bodembeweging tot schade kunnen leiden.

Soorten schademechanismen en grenswaarden

Verandering van boezempeilen en polderpeilen ten opzichte van het maaiveld door diepe bodemdaling- en stijging kunnen leiden tot samendrukking/zetting van de ondiepe bodem; oxidatie van veen, krimp-zwel van veen en aantasting van houten funderingen. De onderzoekers adviseren daarbij grenswaarden (afhankelijk van het soort schademechanisme 2 of 5 cm daling of stijging van het waterpeil) te hanteren om vast te stellen of deze effecten kunnen plaatsvinden. Het zijn volgens hen conservatieve en daarmee veilige normen om uit te sluiten of er schade kan zijn ontstaan of juist niet.

Op basis van die normen is nagegaan waar in het gebied een dergelijke stijging of daling kan zijn  opgetreden als gevolg van diepe bodemdaling of stijging. Deze uitgangspunten hebben geresulteerd in de identificatie van 12 deelgebieden.

Schademelders krijgen brief

Het IMG benadert alle betreffende schademelders nu met de eerste uitkomsten van dit onderzoek. Zij ontvangen hierover komende dagen een brief. Als zij buiten een van de 12 deelgebieden wonen, wordt vervolgens een besluit voorbereid. De oudste meldingen, die in september 2020 bij de aankondiging van het onderzoek on hold zijn gezet door het IMG, ontvangen daarbij een overlastvergoeding van 1.000 euro. Voor wie binnen een van de 12 deelgebieden woont, volgt een (her)beoordeling van de schade. Voor die adressen geldt ook het aanbod van een vaste vergoeding van €5.000 om de schade mee af te handelen (mits het een eerste melding betreft).

Beoordeling 300 schademeldingen

Voor de gebieden waar op basis van de uitgevoerde analyse een indirect effect van diepe bodemdaling niet kan worden uitgesloten staat niet vast dat er daadwerkelijk sprake is van schade-effecten. De kans daarop is volgens Deltares alsnog klein en sterk afhankelijk van lokale factoren, waaronder de mate waarin de veilige grenswaarden voor grondwaterstandsverlaging kunnen zijn overschreden. Een indirect schade-effect van diepe bodemdaling bewijzen is onmogelijk; verder uitsluiten is wel mogelijk, zo stellen zij.