Vanaf vandaag is het mogelijk om bij een nieuwe aanvraag te kiezen voor afhandeling van de schade met een vaste vergoeding van €5.000. Het gaat dan om schademeldingen op adressen waar niet eerder schade voor is gemeld.
Voor eerste schademeldingen die al waren binnengekomen maar nog niet zijn afgehandeld, wordt het mogelijk vanaf 8 december een keuze vast te leggen. Voor een deel van deze dossiers is de behandeling daarom voorlopig stilgezet. Woningeigenaren die al definitief weten geen vaste vergoeding te willen, kunnen met één druk op de knop laten weten via een e-mail die zij daarover ontvingen. De afhandeling zetten we dan weer voort.
Kleine, eenvoudige schades
De vaste vergoeding is bedoeld om woningeigenaren een snel en eenvoudig alternatief te bieden voor de afhandeling van kleine, eenvoudige schades. Voor wie geen vaste vergoeding wil of daar niet voor in aanmerking komt, is er altijd nog de maatwerkprocedure. Anders dan bij een keuze voor de vaste vergoeding, wordt bij een maatwerkprocedure de schade beoordeeld door een deskundige en wordt er een adviesrapport gemaakt op basis waarvan het IMG een besluit neemt.
Grote groep
Hoewel er ervaring is opgedaan met een Stuwmeerregeling eind 2019, is de afhandeling via de vaste vergoeding zoals die nu wordt aangeboden wel nieuw. Zo is deze optie permanent beschikbaar en dit betekent dat er potentieel op circa 200.000 adressen gebruik van kan worden gemaakt. Aangezien het bedoeld is voor kleine, eenvoudige schades verwachten we dat het een oplossing kan zijn voor circa 100.000 adressen.
Circa 13.000 woningeigenaren hebben al interesse laten blijken in de vaste vergoeding. De verwachte doorlooptijd van indiening tot afhandeling bij een keuze voor de vaste vergoeding is nu 8 tot 16 weken. De praktijk zal moeten uitwijzen wat hierin precies haalbaar is. Het hangt onder meer af van de benodigde capaciteit voor het uitvoeren van nulmetingen die voor een deel van de adressen nodig zal zijn.
Eenmalige vergoeding
Met een keuze voor de vaste vergoeding wordt alle aanwezige fysieke schade afgehandeld, inclusief de bijkomende kosten, materiële gevolgschade en overlast. Een eventuele nieuwe schade of verergering van schade kan daarna alleen nog worden gemeld als er een nieuwe beving is die tot schade kan leiden op dat adres. De beving moet dan op dat adres tot een trillingssnelheid van ten minste 5 mm/s (1% overschrijdingskans) hebben geleid. Wie in een gebied met indirecte effecten van diepe bodemdaling woont, kan op termijn ook kiezen voor de vaste vergoeding. Eventuele nieuwe schade als gevolg van die effecten kunnen wel weer gemeld worden.
Het is mede daarom belangrijk dat de schade wordt vastgelegd. Voor woningen waar tot op heden die genoemde trillingssnelheid zich niet voordeed, volstaat het zelf aanleveren van fotomateriaal voor het vastleggen van de schade. Bij adressen waar sprake is van een trillingssnelheid van meer dan 5 mm/s of indirecte effecten van diepe bodemdaling, kan het IMG besluiten dat een schade-opnemer een nulmeting uitvoert en zodoende de schade vastlegt.
Kans op nieuwe beving
De kans op een nieuwe beving is in Groningen reëel. Maar de kans dat zich bijvoorbeeld opnieuw een beving voordoet met de kracht van Huizinge daalt. Als zich op een adres niet eerder een beving voordeed die leidde tot een trillingssnelheid van 5 mm/s, dan wordt de kans dat het alsnog gebeurt steeds kleiner. Bovendien, bij een dergelijke trillingssnelheid is het ontstaan van schade weliswaar niet uitgesloten, maar de kans dat er schade ontstaat is dan ook nog klein vergeleken met bijvoorbeeld pal naast het epicentrum van een dergelijke beving.