Verder naar inhoud
Terug naar overzicht

Schadevergoeding voor Groningers van 2012 tot nu

De schadeafhandeling in Groningen kent helaas een lange geschiedenis. We krijgen daar vaak vragen over. In een achtergrondverhaal hebben we geprobeerd de cijfers op een rij te zetten over de ontwikkeling van schadeafhandeling via de NAM tot nu, via het IMG.

704.jpg

Vanzelfsprekend is het verhaal over de schade in Groningen veel meer dan het verhaal van de cijfers. We hopen wel dat het een beter algemeen inzicht geeft in de schaalgrootte van de problematiek.

Welke vragen proberen we te beantwoorden?

  • Waar is er schade gemeld en op welke adressen?
  • Hoeveel schade is er vergoed?
  • Op hoeveel adressen is er mogelijk schade niet gemeld?
  • Hoeveel schadevergoeding is er nog te verwachten?

Waar gaat het niet over?

Dit verhaal bevat geen analyse van de kans op nieuwe schade door nieuwe bevingen. Daar hebben we geen expertise en gegevens voor beschikbaar. We kijken vooral op hoeveel adressen er nu schade kan zijn door bevingen die al hebben plaatsgevonden.

Wat wordt bedoeld met:

Groningers. Het IMG krijgt meldingen vanuit Groningen, Drenthe en Friesland en vergoedt deze ook tot buiten de provincie Groningen. In dit verhaal bedoelen we met Groningers iedereen die schade leidt door bodembeweging door gaswinning in het Groningenveld en de gasopslag Norg (dat gelegen is in Drenthe).
Schademeldingen. Iemand kan een schade melden en daarmee een aanvraag doen om vergoeding van mijnbouwschade. We hebben het in deze analyse over fysieke schade, de scheuren in muren en vloeren bijvoorbeeld.
Adressen. Op één adres kan er vaker dan eens een schademelding worden gedaan. Er zijn immers meerdere bevingen. Soms wordt een schade ook pas later ontdekt. Er zijn mijnbouwschades uit 2012 die nu pas worden gemeld.
Bodembeweging. Gaswinning in het Groningenveld veroorzaakt bevingen, gasopslag in Norg zou dat ook kunnen doen maar dat is nog niet gebeurd. Beide veroorzaken wel diepe bodemdaling en in geval van de gasopslag ook bodemstijging.
De NAM. De Nederlandsche Aardolie Maatschappij en Centrum Veilig Wonen. De NAM is de veroorzaker van de schade en daar aansprakelijk voor. Het CVW was opgericht om schade af te handelen voor de NAM. Waar we het hier over de NAM hebben, bedoelen we ook het CVW.
Het IMG. De Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen, de TCMG, was sinds 19 maart 2018 de eerste onafhankelijke overheidsinstantie die de mijnbouwschade veroorzaakt door bodembeweging door gaswinning in het Groningenveld en de gasopslag Norg afhandelde en daarmee de aansprakelijkheid van de NAM afwikkelde. De TCMG is op 1 juli 2020 opgegaan in het Instituut Mijnbouwschade Groningen. Waar we het hier over het IMG hebben, bedoelen we ook de TCMG.

Waar baseren we het op?

Om te beginnen is er gekeken naar wat de NAM heeft vergoed in de tijd dat de schadeafhandeling via de NAM verliep. We baseren ons daarbij op de overzichten die de NAM aan ons beschikbaar heeft gesteld ten behoeve van de afhandeling van fysieke schade. Het IMG moet immers weten welke schade al is afgehandeld en welke nog niet. Eerder afgehandelde schade mag namelijk niet opnieuw worden afgehandeld. Het gaat hier in deze analyse om de fysieke schade, dit is dus exclusief eventuele vergoedingen voor waardedaling of het opkopen van woningen (wat de NAM ook deed). In deze analyse zijn ook niet de rechtszaken betrokken die nog tegen de NAM lopen buiten het IMG om. Vanzelfsprekend zijn daarnaast de gegevens betrokken waarover het IMG zelf beschikt doordat deze schademeldingen door het IMG zijn afgehandeld.

Het aantal schademeldingen is in deze analyse belangrijk. We vinden dat het vanzelfsprekend iets zegt over de mate waarin mensen schade (willen) melden en we baseren berekeningen over gemiddelde vergoedingen op deze aantallen. Het voorbehoud is daarmee vooral dat het in dit verhaal om grote lijnen gaat, de getallen een goede indruk geven, maar de inhoud niet tot op de punt achter de komma moet worden geïnterpreteerd.

Afgehandeld en vergoed via de NAM

Er zijn in totaal circa 95.000 schademeldingen gedaan bij de NAM, hoofdzakelijk in de periode sinds de beving van Huizinge van 16 augustus 2012 tot en met 31 maart 2017 toen het schadeprotocol werd stopgezet op basis waarvan de NAM toen schade afhandelde. In die ruim 4,5 jaar is er circa 404 miljoen euro schadevergoeding toegekend voor fysieke schade door de NAM.

Afgehandeld en vergoed via het IMG

Bij het IMG (inclusief voorganger de TCMG) dat het stokje overnam in maart 2018, zijn tot 1 december 2021 in totaal 141.000 schademeldingen gedaan. Dit is inclusief circa 12.500 schademeldingen die wel bij de NAM waren binnengekomen sinds 31 maart 2017, maar er nooit werden afgehandeld. De TCMG kreeg bij de start die openstaande schademeldingen overgedragen. In ruim 3,5 jaar zijn er door het IMG (en dus de TCMG) circa 100.000 schademeldingen afgehandeld waarmee op 31 december 2021 in totaal 772 miljoen euro schadevergoeding werd toegekend.

Totaal adressen met schade

De beving van Huizinge van 12 augustus 2012 heeft, als zwaarste beving tot op heden, met een kracht van 3.6 op de schaal van Richter, in het grootste gebied schade veroorzaakt. In dat ‘effectgebied’ staan circa 327.000 woningen. Dit is nog exclusief de voor trillingen extra gevoelige gebouwen zoals wierdenwoningen en kerktorens. Aan dergelijke gebouwen kan in een nog groter gebied schade ontstaan. Het is ook exclusief de gebieden waar indirecte effecten door diepe bodemdaling tot schade kunnen leiden, die deels nog verder weg liggen van het effectgebied van de beving van Huizinge. Het is bovendien exclusief alle overige gebouwen, zoals bedrijfspanden, ziekenhuizen en tankstations. Ook daar kan schade zijn ontstaan die voor vergoeding in aanmerking komt. Het gaat echter in verhouding tot woningen om meer bescheiden aantallen, dus die laten we hier omwille van de eenvoud buiten beschouwing.

Toename schademeldingen IMG

Van de 98.000 adressen waarvoor bij het IMG schade is gemeld, is op 72 procent (dus bij 71.000 adressen) nooit schade bij de NAM gemeld maar alléén bij IMG. Heel veel mensen hebben dus na de komst van het IMG voor het eerst een schade gemeld. Dit kwam door een combinatie van toenemend vertrouwen dat ‘het zin had om schade te melden’ en het grotere gebied waarin IMG schade vergoedt.

Een en ander bleek ook al uit een analyse die Gronings Perspectief eind 2019 op ons verzoek verrichtte. Daarin was ook te zien dat de bevingen zelf maar een bescheiden directe invloed hebben op het aantal schademeldingen dat er per week binnenkomt.

In de periode van de NAM volgde er na een beving ook wel schademeldingen, maar lang niet zoveel als in de periode van het IMG, zoals na de beving van Westerwijtwerd in mei 2019. Bovendien bleef daarna het aantal schademeldingen bij het IMG blijvend hoog. Veel mensen die nu schade melden, doen dat voor schade die soms jaren geleden al werd veroorzaakt, door bijvoorbeeld de beving van Huizinge van 2012.

Voor het vervolg van deze analyse die gaat over de vergoedingen beperken we ons voor wat betreft het IMG hoofdzakelijk tot de adressen waar alléén schade bij het IMG was gemeld. Als de NAM er al schade had vergoed en wij daarna doorgaans aanvullend nog schadevergoeding toekenden, zorgt dat voor een vreemde vergelijking tussen wat het IMG vergoedt en wat de NAM direct zelf vergoedde. In het totaalbedrag aan schadevergoeding vanuit het IMG zijn deze vergoedingen wel betrokken.

Verschil in vergoedingen

Wie kijkt naar de vergoedingen vindt daarin deels een verklaring voor de toename van schademeldingen en het algehele gevoel dat ‘het zin had om schade te melden’ nadat het IMG de schadeafhandeling had overgenomen. Gemiddeld genomen werd door het IMG op circa 91 procent van de schademeldingen (dus op adressen die zich alléén bij het IMG hadden gemeld), de aanvraag om schadevergoeding toegekend. Bij de NAM werd een relatief veel groter deel afgewezen; bij 59 procent van de schademeldingen volgde er een schadevergoeding. Bij 31 procent dus niet, tegenover 9 procent bij het IMG.

Voor de helderheid: bij de toekenningen door de NAM rekenen we ook de zogenoemde vouchers van 1.500 euro die als compensatie werden uitgekeerd. Er vond in die situaties geen schadevergoeding plaats direct gerelateerd aan de gemelde schade. Bij het IMG rekenen we ook de vergoedingen vanuit de Stuwmeerregeling mee van 5.000 euro per schademelding (waarbij overigens wél mijnbouwschade werd erkend).

Gemiddelde vergoeding

Gemiddeld leidde de schadeafhandeling bij de NAM tot circa 6.220 euro schadevergoeding na een schademelding als we alle aanvragen meerekenen waar schade werd vergoed. Als we ook de aanvragen meerekenen waar niets werd vergoed is het gemiddelde schadebedrag 4.250 euro Bij het IMG is dat circa 8.825 euro en inclusief afgewezen aanvragen 7.350.. Bij het IMG wordt dus veel vaker een schadevergoeding toegekend die bovendien gemiddeld ruim 40 procent meer is dan de vergoeding die de NAM toekende.

Hogere vergoedingen bij minder beving

Nu is er in de cijfers van het IMG wel wat vreemds te zien. Als gevolg daarvan zijn er maatregelen genomen. Aangezien die effect kunnen hebben op het potentieel aan schademeldingen, staan we er hier opnieuw bij stil. Eerder al maakten we er een meer uitgebreide analyse over. Waar de percentages toekenning van vergoeding en de omvang van de schadevergoeding bij de NAM hard dalen naar mate de bevingen minder effect hebben, bleven ze bij het IMG nagenoeg gelijk, dus ongeacht de invloed van de bevingen.

Natuurwetenschappelijk gezien is dat effect bij het IMG niet te verklaren en juridisch gezien ook moeilijk verdedigbaar aangezien we volgens de Tijdelijke wet Groningen, overeenkomstig het burgerlijke aansprakelijkheidsrecht de juridische aansprakelijkheid van de NAM moeten afwikkelen. Aardbevingen zorgen immers voor minder schade naar mate de afstand tot het epicentrum groter is. De aarde en ook de gebouwen trillen harder dichter bij het epicentrum dan daar verder vandaan. Het IMG heeft medio 2021 mede daarom een verfijnder beoordelingskader ingevoerd voor de deskundigen die adviseren over de schade. Ander doel was de grote, soms onverklaarbare verschillen in advisering (en daarmee vergoeding) over mijnbouwschade tegen te gaan. De verschillen ontstonden vooral in gebieden met relatief kleine trillingen, dus verder weg van de epicentra van bevingen.

Vaste vergoeding en maatwerk

Het leidt bij een beoordeling van de schade nu tot gemiddeld minder vaak een vergoeding en gemiddeld een lagere vergoeding in gebieden die het verst weg van de epicentra van bevingen liggen. Tegelijk met die maatregel, is ook een nieuwe manier voor schade afhandelen ingevoerd. We noemden het eerder al, de vaste vergoeding: voor elk adres waar nooit eerder schade is gemeld, kan een vergoeding van 5.000 euro worden verkregen met erkenning van mijnbouwschade. Dit is ongeacht de locatie van het adres, dicht bij of ver weg van de epicentra van bevingen. Er wordt hier geen beoordeling van de schade gedaan. Deze vergoeding is vooral bedoeld voor adressen waar de trillingssnelheden van bevingen het laagst zijn geweest.

Samengevat betekent het dat bij een ‘maatwerk’ afhandeling wel gekeken wordt naar de beoordeling van de deskundige. Door de aanpassing van het beoordelingskader leidt dat tot gemiddeld minder vaak en lagere vergoedingen bij deze wijze van afhandelen. Dat effect wordt in de gemiddelden weer tenietgedaan door de invoering van de vaste vergoeding waarbij geen beoordeling plaatsvindt door een deskundige.

Vergoeden bij lage trillingssnelheden

Nu is het begrip van de trillingssnelheden best ingewikkeld. Maar helaas wel belangrijk. Doordat het IMG ook bij zeer kleine trillingssnelheden van 2 mm/s nog aanneemt dat er schade kan zijn ontstaan, is het gebied waarin schade wordt vergoed aanzienlijk groter dan bij de NAM. Het is voor ons niet helemaal na te gaan waar de NAM precies de grens trok, maar zeker is dat er ten zuiden van de stad Groningen al aanzienlijk minder vaak tot vergoeding werd overgegaan. Het IMG vergoedt daarbij nog veel zuidelijker, tot aan de rand van de gemeente Assen nog schade door de beving van Huizinge. Ook is daardoor het potentieel aan schademeldingen veel groter. Om te begrijpen hoe de schadeafhandeling is verlopen is een vergelijking waarin we de trillingssnelheden betrekken dus belangrijk en ook om te weten hoeveel schade er nog gemeld kan gaan worden.

De trillingssnelheid wordt berekend op basis van een wetenschappelijk model (Bommer e.a., 2019) waarin de gegevens van trillingsmeters (die afgelopen jaren zijn verzameld tijdens de diverse bevingen) in Groningen zijn verwerkt. Het model wordt daarbij met grote veiligheidsmarges toegepast. Voor de meeste woningen is de trillingssnelheid in werkelijkheid lager geweest dan via dit model wordt berekend. Aangezien dat in de praktijk het verschil kan maken tussen wel en niet in aanmerking komen voor een vergoeding, hanteert het IMG een ruimhartige benadering bij toepassing van de berekening (onder meer door een 1 procent overschrijdingskans te gebruiken). Het gebied waar ten hoogste 2 mm/s trillingssnelheid is geweest is een cirkel met een straal van ruim 35 kilometer om Huizinge. Het omvat vrijwel de gehele provincie Groningen, reikt tot in Friesland en tot in Drenthe. Het omvat daarmee ook vrijwel de gehele gasopslag Norg. Hier staan dus 327.000 woningen, waarvan een groot deel in de stad Groningen (dat circa 136.000 huishoudens telt).

Aantal woningen bij lagere trillingssnelheden

Nu wordt door technici gesteld (in literatuur en richtlijnen zoals de SBR richtlijn A), dat bij een trillingssnelheid vanaf 8,5 mm/s voor zowel oude en nieuwe woningen de kans bestaat dat er schade kan ontstaan aan bijvoorbeeld bakstenen buitengevels. Anders gezegd is de kans op schade daar dus waarschijnlijker dan bij lagere trillingssnelheden. In het gebied waar die trillingsnelheid van 8,5 mm/s zich ten hoogste voordeed (vooral door de beving van Huizinge uit 2012), staan circa 242.500 woningen. Op circa 80.000 adressen werd schade gemeld (via de NAM en/of via het IMG).

Via de NAM

In dat gebied werd bij de NAM circa 34.500 keer schade gemeld op circa 20.500 adressen. Op die adressen werd door de NAM circa 40 procent van alle schademeldingen afgewezen. De schadevergoeding van in totaal 95,9 miljoen euro in dat gebied, bedroeg gemiddeld per schademelding 2.761 euro. Het vaakst werd een vergoeding toegekend tussen de 1.000 euro en 1.500 euro (de mediaan). Het gemiddelde is dus hoger doordat er in sommige situaties meer vergoeding werd toegekend. Overigens berekenen we het gemiddelde schadebedrag in deze en volgende paragrafen door het totaalbedrag te delen door het aantal aanvragen, inclusief de aanvragen die werden afgewezen.

Via het IMG

In het gebied waar die trillingssnelheid tussen de 2 mm/s en 8,5 mm/s zich voordeed, werd bij het IMG (nogmaals dus exclusief adressen waar zowel bij de NAM én IMG schade werd gemeld en zonder de adressen waar wordt gekozen voor vaste vergoeding van 5.000 euro) op circa 60.000 adressen schade gemeld. Op die adressen werd door het IMG bij circa 7 procent de aanvraag afgewezen. Met een totale schadevergoeding van 404,4 miljoen euro in dat gebied, lag de gemiddelde schadevergoeding er op 8.800 euro . Er werd het vaakst (de mediaan) een schadevergoeding toegekend van circa 6.000 euro.

Na de verfijning van het beoordelingskader is de gemiddelde vergoeding nu circa 3.700 euro, afhankelijk van de trillingssnelheid op een adres. Bij circa 28 procent van de schademeldingen waar schade wordt beoordeeld, vindt een afwijzing van de aanvraag plaats. Nog altijd is die vergoeding gemiddeld meer dan bij de NAM en het aantal afwijzingen lager, maar het is een beduidend lagere vergoeding en hoger aantal afwijzingen  dan het oorspronkelijk was bij het IMG. Daar staat tegenover dat iedereen die voor het eerst schade meldt nu bij het IMG wel een vast bedrag van 5.000 euro kan krijgen. Voorwaarde is daarbij dat er niet zomaar opnieuw schade kan worden gemeld. Alleen als er weer een beving is die tot meer dan 5 mm/s trillingssnelheid leidt op een adres. Voor een groot gebied betekent dit dat er alleen nieuwe schade kan worden gemeld als zich ongeveer op dezelfde plek bij Huizing een veel zwaardere beving dan ooit zich voordeed. De kans daarop neemt af.

Samengevat, kende het IMG in die gebieden dus veel vaker een schadevergoeding toe, voor ongeveer het drievoudige van wat de NAM deed. Gezien onze vraag naar het potentieel van schademeldingen, is het, weliswaar op basis van de eerste resultaten na invoering, ook belangrijk te zien in hoeverre de vaste vergoeding van het IMG hier een oplossing biedt. De vergoeding van 5.000 euro is nog altijd bijna het dubbele van wat de NAM vergoedde en ligt in de buurt van de mediaan van wat het IMG vergoedde.

Vaste vergoeding

Gezien de eenvoud van de afhandeling en de waarschuwing dat er bij een beoordeling van de schade gemiddeld lagere vergoedingen volgen, wordt verwacht dat de vaste vergoeding voor veel mensen in dit gebied een oplossing vormt. De eerste ervaringen lijken daar ook op te wijzen. Ruim de helft van de mensen in het gebied met een trillingssnelheid tussen de 2 mm/s en 8,5 mm/s kiest nu een vaste vergoeding en ze geven daar gemiddeld een rapportcijfer 8,9 voor, wat zeker voor een overheidsorganisatie een relatief hoog tevredenheidscijfer is. Vanaf invoering van de vaste vergoeding op 1 november 2021 tot 24 januari 2022, in bijna drie maanden tijd, kwamen er 13.000 schademeldingen binnen bij het IMG. Bij 8.500 daarvan, koos de schademelder voor afhandeling via de vaste vergoeding.

Vergoeding in gebied met hogere trillingssnelheden

Als we dan kijken naar de woningen in het gebied waar een trillingssnelheid van meer dan 8,5 mm/s is geweest, dan valt geografisch gezien op dat de stad Groningen, waar absoluut gezien verreweg de meeste woningen van het gebied staan, ten Noorden van de stad doorkruist wordt door die trillingsgrens. Het noordelijk deel van de stad heeft nog wel met die trillingssnelheden te maken gehad, het zuidelijk deel niet meer. In dit gebied staan in totaal circa 84.500 woningen. Bij circa 47.000 woningen is een schademeldingen gedaan (via de NAM en/of via het IMG) en bij 37.500 woningen dus nog nooit.

Vergoeding via de NAM

In dat gebied is door de NAM, in de directe omgeving van die woningen, gemiddeld tussen 3.600 euro en (bij heviger trillingen vanaf 16 mm/s) 6.200 euro schadevergoeding toegekend. In dat deel, wat ook wel de kern van het bevingsgebied wordt genoemd, werd 25 procent van alle aanvragen om vergoeding afgewezen door de NAM.

Vergoeding via het IMG

In dat gebied is door het IMG gemiddeld tussen de 6.400 euro en (vanaf 16 mm/s) 7.300 euro schadevergoeding toegekend. Circa 6,1 procent van de schademeldingen werd er door het IMG afgewezen (voor de helderheid, het betreft hier dus een analyse over meldingen waar alléén bij het IMG schade is gemeld en niet eerder ook bij de NAM). De schadevergoedingen lopen hier op tot ruim 100.000 euro per schademelding, maar er zijn ook mensen met kleinere schades. Het illustreert dat we het hier dus over gemiddeldes hebben. Op individueel niveau kunnen de verschillen in schadeomvang heel groot zijn. Het is bovendien nog altijd een heel groot gebied.

Waar is er nog geen schade gemeld?

Dan terug naar het potentieel van adressen en de inschatting dat voor die adressen nog schade wordt gemeld. Zoals gezegd zijn er circa 327.000 woningen waar volgens het IMG schade kan zijn ontstaan door de bevingen door gaswinning in het Groningenveld. Op 127.000 adressen is al eens schade gemeld. Op 200.000 adressen nog nooit. Maar ook op die 127.000 waar al wel schade is gemeld, kan nieuwe schade zijn ontstaan die nog niet is gemeld.

Dat geldt het meest voor de adressen waar alléén bij de NAM schade is gemeld en nadien niet óók nog bij het IMG. Het is dan belangrijk te kijken naar de ontwikkeling van bevingen en meldingen door de tijd heen. Sinds 19 maart 2018, toen de afhandeling via de NAM geheel stopte en ook het melden van schade dus niet meer kon via de NAM, zijn er meerdere zware bevingen geweest zoals op 22 mei 2019 bij Westerwijtwerd (3.5 schaal van Richter) en op 16 november 2021 bij Garrelsweer (3.2 schaal van Richter).

Nieuwe schade niet gemeld

Van de 127.000 adressen waar ooit schade is gemeld in het effectgebied van de beving van Huizinge (met 3.6 op de schaal van Richter), is er op 29.000 adressen weliswaar één of meermaals schade gemeld maar alléén bij de NAM. Dus tot uiterlijk 19 maart 2018. Het is zeer waarschijnlijk dat een groot deel van die 29.000 adressen opnieuw schade heeft geleden door de grote (en kleinere) bevingen sinds die tijd. Uit eerder onderzoek van Gronings Perspectief blijkt dat die mensen in hoofdzaak aangeven dat de ervaringen met de NAM in het verleden ze er nu van weerhoudt opnieuw schade te melden.

Dan is er nog een tweede groep bekend waarvan met meer zekerheid te verwachten valt dat ze schade hebben geleden: de adressen waar de versterkingsoperatie speelt. Het versterkingsprogramma wordt uitgevoerd door de Nationaal Coördinator Groningen (NCG). Huizen die op de lijst voor versterking staan, zijn daarop gekomen omdat uit een eerste analyse blijkt dat ze in de toekomst mogelijk niet stevig genoeg zijn voor een zeer zware beving. Ze staan relatief dicht bij de epicentra van bevingen die al in het Groningenveld zijn geweest. Een inspectie moet definitief uitwijzen of versterking nodig is, waarna eventueel benodigde maatregelen volgen. Maar los daarvan is de kans dat deze woningen schade hebben al reëel. Er staan circa 27.000 woningen op die lijst. Van die groep heeft circa 6.000 eigenaren eerder wel eens schade bij de NAM gemeld, maar nadien nooit meer, dus ook niet bij het IMG.

Helemaal nooit schade gemeld

Dan zijn er dus de circa 200.000 adressen waar nog nooit schade is gemeld. Niet bij het IMG en niet bij de NAM. Van die adressen zijn er circa 162.500 gelegen in het gebied waar de trillingssnelheid ten hoogste 8,5 mm/s is geweest en circa 37.500 waar de trillingssnelheid hoger dan 8,5 mm/s is geweest.

Hoeveel vergoeding via IMG na melding bij de NAM

Op 27.000 adressen is in het verleden een of meermaals schade gemeld bij de NAM en nadien is er ook bij het IMG schade gemeld. Het IMG heeft voor al die adressen in totaal circa 31.500 meldingen binnengekregen, en daar in totaal circa 213 miljoen euro schadevergoeding toegekend. Dat is dus aanvullend op wat er al dan niet via de NAM was vergoed op die adressen. De gemiddelde schadevergoeding op dergelijke adressen was bij het IMG circa 6.700 euro. Het betreft dan een vergoeding voor schade die ontstaan is nadat de NAM er schade had afgewikkeld, bijvoorbeeld door nieuwe bevingen ontstaan, maar het kan ook schade zijn die de NAM nooit heeft laten beoordelen. Het IMG is dan bevoegd die schade alsnog wel te beoordelen en te vergoeden.

Hoeveel schadevergoeding is er te verwachten?

In dit verhaal hebben we ons geconcentreerd op de vergoeding van fysieke schade. Het IMG heeft informatie van de NAM gekregen over de schadevergoeding die daarvoor is toegekend via de NAM. Dat is circa 404 miljoen euro. Daarnaast vergoedde het IMG tot 31 december 2021 aanvullend 772 miljoen euro. Het IMG vergoedt ook waardedaling, immateriële schade, andere materiële gevolgschade en in de toekomst bijvoorbeeld ook gederfd woongenot.

Tot op heden is er door het IMG zodoende circa 1,25 miljard euro schadevergoeding toegekend. Met de 404 miljoen euro schadevergoeding via de NAM voor fysieke schade erbij opgeteld, is er dus in ieder geval 1,65 miljard euro schadevergoeding toegekend in Groningen (Drenthe en Friesland) voor de schade door bodembeweging als gevolg van gaswinning in het Groningenveld en de gasopslag Norg.

Als voor alle 200.000 woonadressen waar nog nooit schade is gemeld, 5.000 euro vaste vergoeding wordt aangevraagd, komt er nog circa 1 miljard euro aan vergoeding voor fysieke schade bij. Daarnaast zijn er ook nog vergoedingen voor adressen waar al wel eerder schade was gemeld, maar nog nieuwe schade kan zijn ontstaan. En er is nog fysieke schade voor andere gebouwen zoals kerken, ziekenhuizen, scholen en gemeentehuizen. In dit overzicht zijn die cijfers niet betrokken en evenmin de mogelijke vergoedingen voor de andere schadesoorten, zoals immateriële schade, waardedaling en gederfd woongenot, waarvoor ook komende jaren nog vergoedingen worden toegekend.

Welke inzichten bood dit achtergrondverhaal onder meer?

  • Het gebied waarin schade kan zijn ontstaan door bevingen is zeer omvangrijk en bevat 327.000 woningen. Circa 242.500 daarvan liggen in een gebied waar trillingssnelheden door bevingen relatief laag zijn geweest en circa 84.500 waar de bevingen gemiddeld genomen meer invloed hebben gehad.
  • De gemiddelde vergoeding via het IMG (8.825 euro) is over het gehele gebied circa 40 procent meer dan de 6.220 euro die de NAM vergoedde.  Als we het gemiddelde berekenen over alle schademeldingen, ook die werden afgewezen, dan is het verschil nog groter: 7.350 euro bij het IMG, 4.250 euro bij de NAM/
  • Ook de vaste vergoeding van 5.000 euro die het IMG sinds kort biedt is meer dan wat er gemiddeld via de NAM werd vergoed (alle afgehandelde schademeldingen meegerekend). Er wordt inmiddels op grote schaal voor die vaste vergoeding gekozen.
  • Er komen door het toenemende vertrouwen veel meer schademeldingen binnen via het IMG dan er binnenkwamen toen de schadeafhandeling via de NAM werd verricht. Er worden daardoor nu schades afgehandeld die al bijna 10 jaar oud zijn.
  • Er is nog een zeer groot potentieel aan schademeldingen dat nog te verwachten valt de komende jaren. Er zijn 200.000 woningen waar nooit fysieke schade is gemeld en zeker 29.000 woningen waar waarschijnlijk nieuwe schade is ontstaan die nog niet is gemeld.
  • Er komen wekelijks circa 1.000 meldingen voor fysieke schade binnen, wat neerkomt op potentieel nog 229 weken of ruim 4 jaar voordat alle schade is gemeld, nog los van wat er aan nieuwe schade nog ontstaat en gemeld zal worden.
  • Via de NAM is voor de scheuren in woningen en andere gebouwen in totaal circa 404 miljoen euro schadevergoeding toegekend en via het IMG (tot 31 december 2021) circa 772 miljoen euro.
  • Er is in totaal, inclusief dus de vergoeding voor waardedaling, materiële gevolgschade en immateriële schade via het IMG, zeker 1,25 miljard euro aan schadevergoeding toegekend aan Groningers.
  • Een totaaloverzicht over alle vergoeding voor de gevolgen van gaswinning voor individuele burgers, ondernemers en instellingen heeft het IMG niet.
  • Zo zijn er de vergoedingen vanuit de NAM voor waardedaling en voor immateriële schade en er zijn diverse compensatieregelingen vanuit de overheid. Er is bijvoorbeeld bij SNN subsidie te krijgen voor waardevermeerdering van 4.000 euro voor iedereen die ook ten minste 1.000 euro mijnbouwschade vergoed kreeg. Daarnaast is het versterken van woningen ook een vorm van vergoeding en onderdeel van de aansprakelijkheid van de NAM. De NCG voert dit versterkingsprogramma uit.