Op circa 71 procent van de ruim 26.000 adressen die deel zijn van het versterkingsprogramma is geen schademelding gedaan. Bij de 29 procent die dat wel deed, is de schade vaak al afgehandeld. Een grootschalige gezamenlijke aanpak van schadeafhandeling en versterking ligt daarmee niet voor de hand.
Op circa 71 procent van de ruim 26.000 adressen die deel zijn van het versterkingsprogramma is geen schademelding gedaan. Bij de 29 procent die dat wel deed, is de schade vaak al afgehandeld. Een grootschalige gezamenlijke aanpak van schadeafhandeling en versterking ligt daarmee niet voor de hand.
Vooralsnog vragen vooral Groningers met complexe dossiers om een gezamenlijke aanpak van schadeafhandeling en versterking. Het gaat vooralsnog om enkele tientallen dossiers. De Nationaal Coördinator Groningen (NCG) en de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG) zoeken daarom nu actief naar dat soort dossiers.
Samenwerkingsconvenant
De NCG en de TCMG sloten in september 2019 een samenwerkingsovereenkomst. Sindsdien is een gezamenlijke werkwijze in ontwikkeling en zijn diverse bewoners gevraagd of zij een gezamenlijke aanpak willen op hun adres. Ook zijn de eerste analyses gedaan van de adressen in de bestanden van de NCG en TCMG. Doel was om vanuit een kleinschalig aanpak steeds grootschaliger samenwerking aan te gaan. Om zo steeds meer Groningers gevoel te geven met één loket te maken te hebben. Momenteel wordt een evaluatie gedaan van dit eerste half jaar.
Grootschaligheid niet waarschijnlijk
Vooruitlopend daarop blijkt al uit de analyses dat het overgrote deel – zo’n 71 procent - van de Groningers die met de versterking te maken hebben, geen schade hebben gemeld bij de TCMG. Van de 29 procent waar wel een schademelding is gedaan, is die melding bij 75 procent al afgehandeld door de TCMG of in een vergevorderd stadium nog voordat het versterkingsprogramma op dat adres in uitvoering kon komen. NCG werkt daarbij vanuit de opdracht van de gemeenten, volgens hun Plannen van Aanpak (PvA’s), daar waar TCMG op basis van een schademelding van de bewoner zelf handelt.
Niet wachten op elkaar
In het convenant is afgesproken dat er niet gewacht wordt op voortgang in een van beide procedures als dat tot vertraging leidt op dat adres voor de versterking dan wel de schadeafhandeling. Tenzij bewoners daar expliciet om vragen. In de praktijk betekent het doorgaans dat de schadeafhandeling wordt voortgezet, zodat daarover dan duidelijkheid is op dat adres.
Bij versterking prioriteit in schadeafhandeling
Als de versterking verdergaat, wordt zo’n adres wel meteen met prioriteit ook opgepakt voor schadeafhandeling. De schadeafhandeling gaat doorgaans sneller. Het opleveren van een adviesrapport voor schade kost circa een maand na de schade-opname. Een versterkingsadvies na inspectie kost doorgaans vanwege de complexiteit vier tot zes maanden.
Klein aantal wel gecombineerde aanpak
Uitzonderingen zijn er ook. Zo werd al voor het convenant op individuele dossiers samenwerking gezocht en dat blijkt sindsdien vaker nodig. Wat opvalt is dat het vaak gaat om dossiers waar een langere geschiedenis is met versterking en schadeafhandeling. Er zijn meerdere instanties betrokken en er is op basis van meerdere procedures gewerkt. De schade is vaak omvangrijker en soms ook constructief van aard.
Voordeel gezamenlijke aanpak
In individuele dossiers is wel bekend dat een gezamenlijke benadering in zo’n situatie kan werken en vaak ook door eigenaren gevraagd wordt. Een schadevergoeding kan dan bijvoorbeeld ingezet worden om meer mogelijkheden te hebben bij versterkingsmaatregelen. Ook is het voorgekomen dat een volledige sloop en nieuwbouw van een woning vanuit de schadeafhandeling wordt vergoed, maar ook dat dit vanuit de versterking plaatsvindt en het schadedossier daarmee kan worden afgesloten. Bij de nieuwbouw worden vervolgens de laatste en veilige normen voor bouwen in Groningen toegepast.
Aansluiting TCMG/NCG
De TCMG en NCG blijven de ambitie houden om waar mogelijk, nodig en gewenst dossiers gezamenlijk op te pakken. Daartoe benaderen NCG en TCMG nu actief bewoners met dossiers die meer complex zijn. Zo wordt een match gezocht bij het versterkingsprogramma bijzondere situaties en op adressen met een hoog risicoprofiel voor versterking. Ook op dossiers van de agrobedrijven, project koploper en de B6-bouwcombinatie vindt samenwerking plaats in de informatievoorziening.
Samenhang schade
Wat al opvalt is dat op dergelijke adressen vaker een melding mogelijk acuut onveilige situatie is gedaan of om andere reden urgentie is gevraagd voor schadeafhandeling. Er zijn nu dertig dossiers geselecteerd (waaronder ook monumenten en agrarische bedrijven) waar de eigenaar wordt aangeboden om al vanaf het moment van schade-opname en inspectie voor versterking gezamenlijk op te trekken. Komende maanden zullen de resultaten hiervan bekend worden.
Geen schade op versterkingsadres
Waarom er geen schademelding wordt gedaan op adressen die wel deel uit maken van het versterkingsprogramma, is nog onderwerp van onderzoek. Er zijn meerdere redenen denkbaar. Uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen blijkt dat de helft van de Groningers aangeeft geen schade te hebben. Bij het deel dat wel schade heeft, gaf in hetzelfde onderzoek een kwart aan dit niet te melden als gevolg van negatieve ervaringen uit het verleden. Uit de praktijk moet nu blijken wat er precies speelt op de versterkingsadressen. Dit wordt onder andere beproefd door de aansluiting te zoeken vanuit schadeafhandeling van TCMG bij de Praktijkaanpak van de NCG.