Schade melden: “Ben toch eigenlijk gek om het niet te doen?”
“Hij blaft hard, maar doet niks hoor”, roept Pieter Johan Goelema vanaf een afstandje. Toch houden zaakbegeleider Addy Hooijer en deskundige Sjonnie Kingma de pas even in als hond Diesel over het boerenerf in Zuidlaarderveen komt aangestormd. Dan pakt de hond zijn lekke voetbal en legt die voor hun voeten. Pieter lacht en haalt zijn schouders op. “Kopje koffie, jongens?”
Onlangs deed Pieter melding van schade aan het voorhuis van zijn boerderij. Die klus schoof hij al enige tijd voor zich uit. “Ik ben niet zo handig met computers, begon eraan maar liep vast. Het werd me te ingewikkeld”, legt hij uit. Maar dan leest hij over het steunpunt in Annerveenschekanaal, dicht bij huis. “Daar zitten een paar mensen van het IMG die je ermee kunnen helpen. Daar ging het prima, was zo klaar.”
Schade-opname
En dus zit dit drietal nu in de kantine bovenin de boerenschuur voor een eerste ontmoeting. Zaakbegeleider Addy legt uit wat Pieter kan verwachten. Voor vandaag staat de schade-opname op de agenda. “Omdat er voor deze woning bij ons nog nooit een melding is gedaan, brengt Sjonnie vandaag alle schade in kaart. Te beginnen met de gevels, daarna in alle ruimtes in het huis.” De schade wordt dan beoordeeld en er volgt een adviesrapport.
Voordat de schade-opname van start gaat, wil Sjonnie vast wat feitelijkheden doornemen. Gebouwd in 1925? Zijn er nog bouwtekeningen? Is er een kelder? Maar dan wordt de kantine opgeschrikt door het luide gekraai van een haan. Pieters beltoon. Hij grijnst: “Ja, het werk gaat gewoon door. Deze moet ik even nemen, sorry.” Deze ochtend halen zijn medewerker en een stagiair de aardappels en suikerbieten van het land.
Na de koffie zwaait Addy voor vandaag af. Tot dit dossier is afgehandeld blijft hij Pieters contactpersoon bij het IMG. Na de oplevering van het rapport zullen ze telefonisch de vervolgstappen doornemen. Wat vindt hij ervan? Vragen? Is Pieter het eens met het rapport of wil hij een zienswijze indienen? En hoe werkt dat? Maar dat is voor later. Nu eerst de schade opnemen. Er worden handen geschud, waarna Sjonnie en Pieter richting het voorhuis lopen. Op de voet gevolgd door Diesel met zijn bal.
Tijdrovend
“Oh ja”, zegt Sjonnie al op afstand. Hij loopt rechtstreeks op een duidelijk zichtbare scheur af. Dan zakt hij door de knieën en laat zijn vingers over een wat onduidelijker scheur gaan. “Goh, daar ben ik zo aan voorbijgelopen”, zegt Pieter. “Is me nooit eerder opgevallen.” “Na zes jaar krijg je er wel een beetje oog voor”, zegt de deskundige. Dan begint hij systematisch de hele zijgevel af te werken.
Van elke schade maakt Sjonnie met zijn tablet drie of meer foto’s. Hij plaatst er een beschrijving bij, eventueel wat pijltjes ter verduidelijking, meet het een en ander op, maakt nog wat notities, slaat op en herhaalt dat bij de volgende schade. Dit kan wel even duren. “Ga er maar van uit dat ik hier de hele dag bezig ben”, zegt Sjonnie. “Áls het al in één dag lukt.” Er klinkt weer gekraai, deze keer vanuit Pieters jaszak. “Zo terug!” zegt hij.
Na een paar minuten sluit hij weer aan bij de deskundige, nu met een wollen muts over zijn oren getrokken. Het is een mooie dag, de zon schijnt, maar er waait een stevige, koude wind over de landerijen.
Twijfel
“Ik heb een poos getwijfeld of ik een melding zou doen”, vertelt Pieter. Omdat ik me afvraag of ik recht heb op een vergoeding. Maar dan hoor je om je heen dat er wel schades worden vastgesteld en vergoedingen worden gedaan. En dan denk je op den duur: ik ben toch ook eigenlijk gek om het niet te doen? Alleen het IMG kan er iets van zeggen, laat ze dan maar komen.”
Pieter woont en werkt al zijn hele leven in deze regio. Hij kent enkele schrijnende verhalen achter de aardbevingsproblematiek. “Een collega-boer heeft een buurman, zijn zoon is jurist. Ik weet niet precies hoe het is gelopen, maar hij heeft een prachtig nieuw huis laten bouwen dankzij de vergoedingen en regelingen. Het arbeidershuisje dat tussen hen in staat, van een bejaard stel dat niet is opgewassen tegen het systeem, staat al jaren in de stutten. Dát vind ik erg.”
En nu staat Pieter hier, in de wind, naast een deskundige die de ene na de andere scheur vindt die hij zelf nog niet eerder heeft opgemerkt. Hij haalt weer zijn schouders op. “Ja, het is niet mooi. Maar we leven er wel om verder hoor, slapen er niet minder om. Ik hoop dat één van mijn kinderen dit huis ooit zal betrekken. Dus als er een vergoeding uit komt, dan gebruiken we die wel om de boel mooi te herstellen.”