In Kolham weten ze hoe je een dorp draaiende houdt. De gemeenschap is hecht en betrokken. Vereniging Dorpsbelangen richt zich op de jeugd, stichting Lang Leve Kolham speelt een centrale rol voor ouderen. Via deze stichting legden we contact met inwoners om hen te vertellen over de regelingen voor het vergoeden en herstellen van mijnbouwschade. De samenwerking trok veel ‘Hamsters’ over de streep. “Er zijn nu meer mensen die een aanvraag doen en krijgen waar ze recht op hebben.”
Wensen van ouderen
Toen Dorpsbelangen Kolham in 2019 een enquête hield onder inwoners, sprongen de wensen van ouderen eruit: meer levensloopbestendige woningen en voorzieningen dichtbij huis. Daar ging de vereniging mee aan de slag. En met succes: over enkele jaren komen er nieuwe sociale huurwoningen voor ouderen, gecombineerd met een gemeenschapshuis en een zorgpunt. Ook met de voorzieningen zit het wel snor; in en rond dorpshuis ’t Mainschoar vinden inwoners elkaar voor onder (veel) meer gymnastiek, koffie-ochtenden en feestavonden, de wandelclub en het tweewekelijkse ‘Soepje met een groepje’.
Veur mekoar en met mekoar
“Ons motto is simpel”, zeggen Jan Hasenoot en Bert Twickler van Lang Leve Kolham: ‘veur mekoar en met mekoar’. Dat geldt voor wonen en ontmoeten, maar ook voor de zorg die we als inwoners voor elkaar hebben. Neem het project Domein Overstijgend Samenwerken, waarin we – zonder gedoe met instanties – direct hulp regelen voor mensen die dat nodig hebben. Het werkt twee kanten op: wie zich aanmeldt krijgt hulp maar helpt zelf ook naar vermogen. Daarnaast houden de vrijwilligers van Lang Leve Kolham, die verspreid door het dorp wonen, een oogje in het zeil. Als ze zien dat iemand in hun buurt een steuntje in de rug nodig heeft, bekijken we wat we voor diegene kunnen betekenen.”
Praatje bij de koffie
Jan en Bert waren dan ook meteen geïnteresseerd toen Yvonne Wiltjer van het IMG hen belde. “Ze zei: ‘ik denk dat er in Kolham nog mensen zijn die geen gebruikmaken van onze regelingen. Mag ik eens langskomen om te zien of we samen wat kunnen betekenen voor inwoners met aardbevingsschade?’ Dat paste bij hoe wij de dingen hier doen, via een praatje bij de koffie. Dus we zeiden: kom maar. Ze liep mee met de wandelgroep, kwam naar de koffieochtend, deed mee met gymnastiek. Dan komen vanzelf de verhalen los en van daaruit hielp ze mensen op weg.”
Uit eten
Bert vertelt hoe hij vaak zelf dorpsgenoten bij een aanvraag hielp. “Maar Jan zei: Bert, je moet meer delegeren. Yvonne wees me op het steunpunt van het IMG in Froombosch. Dus toen een kennis van me een ingewikkelde vraag had, ging ik met haar naar Froombosch. Ze zag er tegenop, maar de medewerkers op het steunpunt hielpen haar goed. Die legden alles rustig uit, kopieerden de papieren, regelden de schademelding en zorgden dat er iemand bij haar huis kwam kijken. Ze was zó opgelucht. Toen de schadevergoeding kwam, nam ze me mee uit eten!”
Zichtbaarheid
Door de zichtbaarheid van het IMG in het dorp en de goede ervaringen bij het steunpunt, zien Jan en Bert de weerstand van hun dorpsgenoten afnemen. “Eerst dachten ze: ‘dat gedoe met de overheid, met formulieren, ik begin er niet aan’. Er was ook schroom en wantrouwen. Dat veranderde doordat het IMG hier letterlijk in het dorpshuis aan de koffie zit, persoonlijk vragen beantwoordt en mét inwoners naar oplossingen zoekt. Er zijn nu meer mensen die een aanvraag doen en krijgen waar ze recht op hebben.”