Resultaten onderzoek

Op 30 augustus 2021 is het advies van Deltares over schade door indirecte effecten van diepe bodemdaling opgeleverd. Uit dit advies blijkt dat bodemdaling alleen indirect tot zettingsschade kan leiden. Naar aanleiding van dit advies hebben wij in twaalf gebieden - buiten het effectgebied - met een zogenaamd ‘nader onderzoek’ vastgesteld in hoeverre er inderdaad sprake is van (extra) schade door diepe bodemdaling.

Huis met scheuren

Wat is er onderzocht?

Tijdens het nader onderzoek bij de betrokken gebouwen is gekeken naar de grondwaterstand rond een woning of gebouw. Deze waterstanden worden voor peilvlakken en in boezemgebieden vastgelegd door het Waterschap, maar werden tijdens het nader onderzoek ook op locatie gemeten. Alleen bij een minimale daling of stijging kunnen één of meerdere van de vier (hieronder opgesomde) schademechanismes optreden die we bij bodemdaling kennen en die zettingsschade kunnen veroorzaken:

  1. Zetting van de ondergrond (bij meer dan 5 cm waterstandsverschil)
  2. Zwel of krimp van slappe klei (bij meer dan 2 cm waterstandverschil)
  3. Oxidatie van veen (bij meer dan 2 cm waterstandverschil)
  4. Paalrot bij houten palen (bij meer dan 2 cm waterstandverschil)


Zetting is dus afhankelijk van de samenstelling van de ondergrond vanaf het maaiveld tot onder de fundering. Daarom is er naast de grondwaterstand ook gekeken naar de grondsoort onder en naast het gebouw. Is het zandgrond of klei? Zit er veen?

Bepaalde grondsoorten leiden tot een bepaald soort schade. De zwel of krimp van klei kan tot hoogteverschillen in de bodem leiden, maar ook de oxidatie van veen kan de grond laten dalen waardoor bijvoorbeeld houten funderingspalen niet meer onder water staan en kunnen gaan rotten.

Gelet op het vierde schademechanisme is ook de type fundering van een woning of gebouw van belang. Uit de combinatie van deze informatie over de grondwaterstand, ondergrondsamenstelling en type fundering, werd per gebouw bepaald welk mechanisme invloed heeft gehad op de vastgestelde schade en in welke mate.

Wat zijn de conclusies?

Door de resultaten van alle nader onderzoeken die zijn uitgevoerd naast elkaar te zetten, zien we dat diepe bodemdaling buiten het effectgebied slechts in een beperkt aantal gevallen indirect de zettingsschade aan een gebouw heeft veroorzaakt of verergerd.

Bij slechts twee van de dertig onderzochte gebouwen kan de deskundige niet uitsluiten dat de zettingsschade die geconstateerd is, ontstaan of verergerd is door diepe bodemdaling. Hieronder staat nader aangegeven hoe.

Bij alle andere gebouwen kan de deskundige geen verband vinden tussen de geconstateerde zettingsschade en diepe bodemdaling. Geen van de vier hierboven genoemde schademechanismes was hier van toepassing.

Bij twee gebouwen kon het verband tussen de zettingsschade en mijnbouw niet worden uitgesloten. In het eerste geval was dit door ingeklonken (of gekrompen) kleigrond (schademechanisme 2) onder het gebouw waardoor er een verzakking was ontstaan die een scheur in het gebouw had veroorzaakt of verergerd. Hier konden we door de combinatie van factoren niet uitsluiten dat dit door mijnbouw veroorzaakt was en dus is het bewijsvermoeden van toepassing en wordt er een schadevergoeding toegekend. Dit was geen grote schade of vergoeding.

Bij het tweede gebouw is sprake van omvangrijkere schade. Hier was de uitzonderlijke combinatie van een woning op houten palen en ingeklonken kleigrond door een verlaging van de waterstand. Dit is combinatie van schademechanisme 2 en 4. Dit zorgde dat de houten palen boven het water kwamen te liggen en begonnen te rotten. Deze paalrot tast de gehele fundering aan en deze fundering moet dan in zijn geheel vervangen worden. Ook in dit geval geldt dat het bewijsvermoeden van toepassing is.

Wat betekent dit onderzoek voor aanvragers uit de 12 gebieden?

Het betekent allereerst dat de zettingsschade die eigenaren aan gebouwen hebben in de 12 gebieden met diepe bodemdaling, waarschijnlijk maar in een beperkt aantal gevallen door mijnbouw is veroorzaakt of verergerd. Van de aanvragers die zettingsschade melden, zullen we dus maar weinig recht hebben op een vergoeding. In de meeste gevallen is er geen causaal verband tussen hun zettingsschade en mijnbouwactiviteiten.

Verder zullen de uitkomsten van het onderzoek worden verwerkt in het beoordelingskader voor deskundigen die schades beoordelen. Zo kunnen zij in de toekomst beter beoordelen of zettingsschade veroorzaakt kan zijn door diepe bodemdaling.

Keuze afhandeling schademelding

Tijdens het uitvoeren van deze onderzoeken stonden de schademeldingen in het onderzoeksgebied stil. Ook van de aanvragers die niet geselecteerd waren voor het onderzoek. Wij hebben contact opgenomen met deze aanvragers om ze te informeren over de uitkomsten en wat dit voor hun aanvraag betekent.  

De aanvragers die niet hebben deelgenomen aan het onderzoek, geven wij mee dat de kans op erkende mijnbouwschade klein is. Daarom kunnen deze aanvragers, als ze voldoen aan de voorwaarden, alsnog kiezen voor de vaste vergoeding van 5.000 euro.

Wat betekent dit voor de toekomst?

Met de kennis van nu verwachten we niet dat er in de toekomst grote wisselingen in de grondwaterstand gaan voorkomen, die indirect tot schade aan gebouwen leiden in de gebieden met diepe bodembeweging. Maar mochten er toch nieuwe schades ontstaan, dan kunnen inwoners de schade melden en wordt er gekeken of het zettingsschade is. Als dit zo is, kan er nader onderzoek gedaan worden naar de oorzaak.

Binnen het effectgebied

We zijn nu eenzelfde soort onderzoek aan het uitvoeren binnen het effectgebied. Dat pakken we op dezelfde manier aan als in de twaalf gebieden. Maar we onderzoeken ook gebouwen waar van te voren nog geen zettingsschade is ontdekt.

Wat we inmiddels weten, is dat de ondergrond in het effectgebied vaak anders van samenstelling is dan op veel plaatsen buiten het effectgebied. Deze kennis, in combinatie met veranderingen in het grondwaterpeil, kan leiden tot heel andere resultaten dan die buiten het effectgebied. We verwachten hier in het laatste kwartaal van 2022 de conclusies van te hebben. 

Meer over onderzoeken