Verder naar inhoud
Terug naar overzicht

Lessen uit de Hippolytuskerk: een monument herstellen vergt vertrouwen

“Wij denken niet in weken of maanden, en zelfs niet in jaren”, zegt Jur Bekooy, bouwkundige bij de Stichting Oude Groninger Kerken (SOGK). “Wij denken in eeuwen.” Het zijn ongekend relativerende woorden tegen de achtergrond van het herstel van de Hippolytuskerk in Middelstum, die na een lang proces van schadeafhandeling weer in gebruik is genomen.

830.jpg

Over het herstel van de Hippolytuskerk is vanuit technisch opzicht van alles te vertellen, maar gevraagd naar de technische uitdagingen die dat met zich meebracht, kan Bekooy kort zijn: “Er was voor ons als monumentenzorgers en erfgoeddeskundigen geen technische uitdaging. Mijnbouwschade is eigenlijk niets meer dan een versneld verouderingsproces. Als je het onderhoud van een gebouw zou verwaarlozen, zouden er scheuren ontstaan op dezelfde plekken.”

Ook de erkenning dat de Hippolytuskerk schade had, was niet moeilijk te krijgen. Dat kon iedereen met eigen ogen zien. “Maar de erkenning dat het hier om mijnbouwschade ging, dat had meer voeten in de aarde. Zeker in de begintijd van de schadeafhandeling”, vertelt Bekooy, “en dat was soms best frustrerend. Ooit, bij een andere kerk, werd ons bijvoorbeeld verweten dat zulke grote ramen in de kerk ook wel vragen om schade. Tja, dan moet je bij de bouwers in de 15e eeuw zijn, heb ik toen gezegd.”

Zelf doen

Voor de SOGK begon het proces voor de schadeafhandeling bij de Hippolytuskerk in 2014 bij de NAM. “We hebben toen gelijk gevraagd om een bijzondere status op basis waarvan wij de vaststelling van de schade konden laten doen met door onszelf uitgekozen partijen met bewezen expertise op dit gebied. Net als kinderen: ‘Zelf doen!’ Want schadeherstel van een monumentale kerk is niet niks. Dat kregen we gelukkig voor elkaar en dat legden we vast in een overeenkomst. Het mooie is, dat het IMG deze overeenkomst later heeft vertaald in een convenant. We doen dus niet zelf de expertise, maar kiezen wel de deskundigen die de schadeopname en de aanpak vaststellen op basis waarvan het IMG de toetsing doet en de vergoeding vaststelt.”

En die aanpak, daar gaat het om. “Het herstel moet wel echt goed gebeuren. Vooral bij onvervangbaar historisch erfgoed kun je het maar één keer verkeerd doen. Je moet je dus niet beperken tot een cosmetische operatie. Vroeger is ons ook wel Alabastine of epoxy aangeboden, maar de schade is niet alleen wat je ziet, de scheuren zitten door en door.” Constructief schadeherstel noemt Bekooy dat. “Het betekent dat je uitgaat van de bestaande constructie en ervoor zorgt dat die zijn oorspronkelijke functie kan vervullen. Niet meer en niet minder.”

Verantwoording

En was het IMG een prettige partij om mee op te trekken? Bekooy denkt even na. “Nou, op bestuurlijk niveau begrijp je elkaar wel. Maar uiteindelijk zijn het juristen die conclusies moeten verbinden aan het verhaal. Dan kom je bij een overheid die zich niet alleen moet verantwoorden tegenover de samenleving, maar ook tegen Shell en de NAM. Dat vond ik nu niet echt de meest dankbare fase in het proces.” En dan drukt Bekooy zich zachtjes uit, blijkt even later, als hij zegt: “Dat proces wens ik niemand toe.”

De frustratie zat ‘m in het, in zijn ogen, veelvuldig blijven vragen naar onderbouwing en uitleg om kosten verantwoord te krijgen. “Ik heb dat ervaren als gebrek aan vertrouwen”, vertelt Bekooy. “Maar je ontkomt er niet aan. Wij als SOGK hebben altijd gezegd: Geen euro van onze donateurs gaat naar het herstel van mijnbouwschade, en we willen daar ook geen euro aan verdienen. Alle schade moet dus ook echt worden vergoed, inclusief de bijkomende kosten. Dat betekent dat we soms tot in detail dingen moesten verantwoorden, waarvan je eigenlijk zou denken: je ziet toch wat de schade is, welk herstel plaatsvindt en wat de kosten zijn? En de expert heeft het onderbouwd. Heb dat vertrouwen.”

Lief

De ‘gestaalde discipline’ van het IMG, Bekooy kan er nu ook wel om lachen. “Het IMG had het bijvoorbeeld moeilijk als bij nadere beschouwing nieuwe schade opdook. Vooral als dit grote schades waren die we voor het eerst vanaf de steiger konden zien. Maar wat dan bijvoorbeeld wel weer ‘lief’ is van het IMG, is dat we 95 euro aan vergoeding van bijkomende kosten krijgen wegens het een dagdeel moeten thuisblijven voor de schadeopname.” Uiteindelijk is hij over de samenwerking met het IMG best tevreden, al was het maar omdat er toch een relatie ontstond. “We hebben zo’n zestig kerken in het effectgebied van de aardbevingen die allemaal schade hebben opgelopen. Zo’n veertig zijn er nu hersteld. Ik hoop dus dat het IMG een lang leven is beschoren. Want de overgangen van de ene naar de andere instelling, die hebben vooral veel tijd gekost.”

En nu staat er in Middelstum een resultaat waar Bekooy, de experts, adviseurs en uitvoerende bedrijven zich met recht durven en kunnen verantwoorden. “We zijn opgekomen voor het gebouw, nu openen we de kerk weer en laten iedereen zien hoe mooi de kerk zonder scheuren is geworden. We staan met z’n allen in voor het resultaat.”