Verder naar inhoud
Terug naar overzicht

Groninger bodem beweging: 'Bewijs het nu ook in de praktijk!'

216.jpg

Een jaar geleden trad het Besluit mijnbouwschade Groningen in werking. Voorzitter Jelle van der Knoop van de Groninger Bodem Beweging (GBB) blikt in een interview met ons terug en vooruit. “Jullie gaan de goede kant op. Maar voor velen geldt terecht: eerst zien, dan geloven.”

 

In 2009 werd de Groninger Bodem Beweging opgericht. In 2010 kwam de NAM voor het eerst praten met de GBB: “De eerste vraag was hoeveel leden we hadden. De macht telt voor zo’n bedrijf. Gelukkig is de NAM nu uit de schadeafhandeling.” Een interview met Jelle van der Knoop, het tweede deel van een interviewreeks met betrokkenen.

De GBB stond aan de wieg van het nieuwe schadeprotocol. Wat vindt u, zo na een jaar, van de uitwerking?

“Dat de NAM eruit is, dat is zo enorm belangrijk. Wat we daar allemaal mee hebben meegemaakt. De smoesjes om maar geen schade te hoeven vergoeden. Het handboek voor deskundigen stond er vol mee.  Ik heb dat zelf gelezen. De manier waarop de werkwijze nu is opgezet is veel beter. Onze principes van ruimhartigheid, mens centraal en het bestuursrecht zitten erin. En ik heb begrip voor de opstartproblemen die er zijn. Het is een kolossale operatie. Dus, in het algemeen raken jullie op stoom. Maar het is nog lang niet snel en niet goed genoeg. Tegelijk zie ik daarin een deel van het probleem door de erfenis die jullie hebben meegekregen.”

U bedoelt de ruim 12.000 openstaande dossiers die van CVW overkwamen?

“Ja, onder andere. In de aanloop naar het nieuwe schadeprotocol dat 19 maart 2018 startte, was er ruim een jaar nauwelijks iets gebeurd. Dat was echt onverantwoord. NAM en CVW hielden gewoon op met schades opnemen. Ik heb me enorm geërgerd aan de overheid die het maar liet gebeuren. We zijn toen zelf maar een protocol gaan schrijven, in oktober 2017. Eerst kregen we nul reactie. Toen het nieuwe Kabinet was aangetreden, kregen we ineens een voorstel dat nergens op leek. We liepen weg. En prompt kwam er een nieuw concept protocol gebaseerd op ons voorstel van oktober 2017.”

Maar daarmee was het probleem niet opgelost?

“In de onderhandelingen die volgden, hebben we niet op alle punten gekregen wat we wilden. Jullie moeten nu de erfenis oplossen van een overheid en NAM die een jaar niks deden. En jullie moeten, als gevolg van de onderhandelingen, in de praktijk alsnog het probleem oplossen dat oude schades niet door jullie beoordeeld mogen worden. Juridisch zal het allemaal kloppen. Maar ik vind dat nog steeds moeilijk te verteren en zou willen dat het alsnog mogelijk wordt.”

Doen wij daarin voldoende?

“We horen geluiden dat jullie daar zelfs binnen de juridische mogelijkheden, onvoldoende ruimhartig mee omgaan. Een haarscheur uit 2016 die is verergerd moet gewoon door jullie vergoed worden. Dat gebeurt niet altijd. Soms is er niet eens een foto van NAM omdat ze het een C-schade vonden. Doe gewoon het maximale, rek de juridische uitgangspunten zo ruimhartig mogelijk op.”

Als er geen foto is, dan beschouwen onze juristen het als nieuwe schade. En een verergerde scheur, móet ook door ons vergoed worden. Het Besluit biedt er ruimte voor. Kortom, dit moet dan in de praktijk beter.

“Kijk, dat is eigenlijk een van de grote punten van vooruitgang. Jullie zijn bereid te luisteren. Daaraan zie je dat de NAM er echt uit is en de overheid ook. We zitten dan ook maandelijks met de voorzitter van de TCMG om tafel. En dan wordt er echt geluisterd. Dat moet ook wel, want het is natuurlijk onvermijdelijk dat de TCMG fouten maakt. Maar zorg dat je daar van leert en daarover transparant bent.”

Zijn we voldoende transparant en leren we van fouten?

“Open en transparant is het zeker. Website, social media, gesprekken, terugkoppeling van vragen, dat doen jullie goed. Maar ik kan niet helemaal beoordelen of onze inhoudelijke suggesties en adviezen allemaal in de praktijk worden gebracht. De intenties zijn oprecht, dat zie en merk ik. Maar blijf dat klankbord houden, blijf mensen serieus nemen. Jullie moeten zorgen dat je andere argumenten blijft horen en andere geluiden laat binnendringen. Er is geen andere oplossing dan gewoon doorgaan en doorzetten. Alle vertrouwen is eerst door NAM en later door de overheid om zeep geholpen. Het moet nu goedkomen. En wat betreft de schadeafhandeling ben ik optimistisch dat het met de TCMG gaat lukken. Maar dat moet wel door te blijven leren.”

Waar kan het nog meer open?

“Jullie zijn een nieuwsbrief gestart, een goed initiatief. Zet er elke keer de voortgangscijfers in en maak heel duidelijk welke schades jullie wel en welke jullie niet als mijnbouwschade zien. Met plaatjes het liefst."

Een van onze opdrachten is het bijdragen aan het herstel van vertrouwen. Lukt dat dus enigszins?

“Natuurlijk is er veel kritiek, ook op jullie. Ook van mij. Maar over het algemeen geloof ik dat de meeste mensen nog steeds het gevoel hebben dat jullie het voordeel van de twijfel waard zijn. Maar ja, die praktijk. Het moet gewoon ook in praktijk gebracht worden. Voor veel mensen geldt: eerst zien, dan geloven. Ook fouten krijgen dan veel aandacht. En dat is volkomen logisch.”

Kunt u wat fouten noemen?

“We krijgen signalen dat mensen het moeilijk vinden te begrijpen dat jullie soms een melding niet als acuut onveilig beoordelen. Leggen jullie het dan wel goed uit?. Aan de andere kant zijn er ook signalen dat er netjes even wordt uitgetekend hoe het met de constructie zit, snel, op een kladblaadje. En dat is vaak genoeg. Als er echt niks aan de hand is, willen mensen gewoon gerust gesteld worden. Ga er vanuit dat jullie met veel wantrouwen worden ontvangen en neem dat heel serieus. Leg het mensen uit. Als ik tien signalen krijg dat het beter kan, dan kan het niet anders dan dat het beter moet.”

Hoe kijkt u naar de huidige cijfers?

“Het is niet genoeg natuurlijk. Maar ik ben heel blij met het nieuwe beoordelingskader van het panel van deskundigen. Het maakt heel duidelijk dat vrijwel alles hier in Groningen mijnbouwschade is. Daarom bevreemdt het mij wel dat er toch nog zoveel schades worden afgewezen. Uit jullie cijfers blijkt dat op de meeste adressen een deel van de schades worden afgewezen en dat bij zestien procent jullie conclusie is dat er geheel geen mijnbouwschade is. Ik ga er vanuit dat hier de komende tijd dus wel verandering in komt nu duidelijker is hoe het wettelijk bewijsvermoeden met de omgekeerde bewijslast moet worden toegepast. Eigenlijk zou ik willen dat alle schades opnieuw worden beoordeeld, vooral ook die uit de NAM-periode. Maar ik vrees  dat het niet kan.”

Soms klinkt er ook kritiek op de uitgangspunten waar u als GBB juist voor heeft gestreden. Wat vindt u daarvan?

“We zijn blij met de opzet vanuit het bestuursrecht en de mogelijkheid om inspraak te hebben in de procedure en eenvoudig in bezwaar te gaan tegen besluiten. We begrijpen ook de aanpak met onafhankelijke deskundigen die zowel voor TCMG als de gedupeerden werkt. Maar voor veel mensen was de contra-expert, die er nu niet meer is, de reddingsboei in de periode van NAM. Het was de enige manier om meer gedaan te krijgen. Mensen vertrouwen nu niet dat de huidige deskundigen, vaak zelf met een CVW- of NAM-verleden, onafhankelijk zijn.”

Maar dat zijn ze in uw beleving wel?

“Toen duidelijk werd dat er te weinig deskundigen zouden zijn als ze geen enkel NAM-verleden mochten hebben, moest er tussen twee kwaden gekozen worden. In de huidige opzet is de keuze op de minst kwade gevallen. Inmiddels geloof ik dat het goed kan komen als je tenminste die experts een heropvoeding geeft.”

En het bestuursrecht zorgt onterecht voor wantrouwen?

“Het is allemaal nieuw. En mensen denken dat ze alleen al vanwege de mogelijkheid van een rechtszaak betere mogelijkheden hebben. Als je dreigde met een procedure, schikte NAM vaak. Je kon wheelen and dealen. En dat kan nu niet meer. Men vindt het lastig dan de voordelen te zien. Maar jullie zijn formeel een onafhankelijke partij. In de rechtszaal had je ook te maken met een NAM die jaren kon traineren. Een deel van de mensen ziet het bestuursrecht niettemin als een verlies. Uiteindelijk kunnen jullie alleen met daden bewijzen dat het anders zit.”

Misschien een open deur, maar wat is voor nu uw belangrijkste advies?

“Natuurlijk moet het sneller. Maar ik hamer ook op die zorgvuldigheid en de beoordeling van schadeoorzaak zoals dat Panel nu heeft gezegd. Als het wantrouwen weer breed toeslaat, regent het straks bezwaarschriften en dan zijn we allemaal nog verder van huis. Of anders gezegd, dan zijn we nog langer verwijderd van een hersteld huis.”